De geboorte van Jezus Het kerstverhaal in zijn oorspronkelijke vorm Εὐαγγελιον κατα Λουκαν
De bijbel Het woord bijbel is afgeleid van het Latijnse biblia dat weer afkomstig is van het Griekse βιβλια. Βιβλος is de bast of het merg van de papyrusplant. Later werd het woord gebruikt voor het papier dat ervan werd gemaakt en zo is το βιβλιον boek gaan betekenen. Voor de christenen werd biblia het woord voor de twee enige echte boeken die ertoe deden: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het Oude Testament bevat de geschiedenis van Israël vanaf de schepping tot aan de terugkeer uit de Babylonische Ballingschap in de 5e eeuw voor Christus. Voor de joden is het Oude Testament het heilige boek. Zij noemen het de Tenach. De Tenach wordt verdeeld in drie delen: a. De Tora (= wet). De Tora bestaat uit de vijf boeken (pentateuch) van Mozes. Hierin wordt de geschiedenis beschreven vanaf de schepping tot aan de dood van Mozes (plm. 1225 v.c.) b. De profeten. Dit bevat de geschiedenis vanaf koning David (1012 927 v.c. ) tot de val van Jeruzalem (587 v.c.) c. De geschriften. Hieronder worden de meer poëtische boeken verstaan, zoals het boek der psalmen. De boeken van het Oude Testament zijn het resultaat van eeuwenlange traditie. Zij zijn opgeschreven in de periode tussen 1000 en 500 v. C. De boeken van het Oude Testament zijn in het Hebreeuws geschreven. In de boeken van het Nieuwe Testament staat het leven en de dood van Jezus van Nazareth centraal. Zijn volgenlingen werden aanvankelijk discipelen genoemd: leerlingen, van het Latijnse discere( = leren). Na Jezus dood worden zij aangeduid als apostelen, van het Griekse ἀποστελλω ( = uitwegsturen, uitzenden). De apostelen reisden na Jezus gewelddadige dood door kruisiging door het Romeinse Rijk om de goede boodschap (εὐ ἀγγελιον) te vertellen. Men wilde in de vroege christelijke gemeenschappen, die op allerlei plaatsen ontstonden, de mensen vertellen dat Jezus de vervulling was van de oeroude Joodse verwachting dat er een redder van de mensheid zou komen: de Messias, wat een Hebreeuws woord is en gezalfde betekent. Het Griekse woord ὁ Χριστος (χριω = zalven) is hiervan de vertaling. De apostelen verkondigden deze goede boodschap eerst vooral mondeling, maar aan het eind van de eerste en in de tweede eeuw na Christus werden ze opgeschreven. handschrift uit de 3e eeuw na C. met een gedeelte uit het Lukasevangelie 2
Het Nieuwe Testament bevat: a. De vier evangeliën : het evangelie volgens Matthaeus, Markus, Lukas en Johannes. De evangeliën bevatten de beschrijving van het leven van Jezus. b. De handelingen der apostelen, met daarin de beschrijving van het ontstaan van de eerste christengemeenschappen. c. De brieven van de apostelen aan de eerste christengemeenschappen. d. De openbaring van Johannes, met daarin een de beschrijving van een visioen over het einde der tijden en de terugkomst van Jezus. De voertaal van het Oost-Romeinse Rijk was Grieks. Het Nieuwe Testament is dan ook in het Grieks geschreven. Het christendom was aanvankelijk een godsdienst die populair was bij eenvoudige mensen; de elite van het Romeinse Rijk moest er eerst niets van hebben. Het Nieuwe Testament is geschreven voor en door eenvoudige mensen. Het Grieks waarin de apostelen schreven is dus tamelijk simpel: en toen gebeurde er dit, en toen gebeurde er dat, etc. Ook voor wie een beetje Grieks kent is het verhaal al vrij snel te volgen. Zeker nu het om het allerbekendste verhaal van de wereldliteratuur gaat: het verhaal van de geboorte van Jezus. De vier evangelisten in de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant. (rond 1300) En nu: aan de slag! Jullie hebben voor je liggen het verhaal van de geboorte van Jezus zoals het in de eerste eeuw na Christus (rond 40 òf rond 80 n. C.) is opgeschreven door de evangelist Lukas. We gaan het met de hele klas vertalen alsof het nog nooit is vertaald. Je werkt in twee- of drietallen. Elk groepje vertaalt één bladzij. Je maakt gebruik van het Griekse woordenboek. Je maakt eerst een kladvertaling, die zo letterlijk mogelijk is, maar vervolgens maak je er een vertaling in mooi Nederlands van. Je uiteindelijke literaire vertaling lever je digitaal bij mij in. Tenslotte vergelijken we de vertalingen met elkaar en wordt er een prijs uitgeloofd voor de mooiste vertaling. Veel plezier en succes! 3
Lucas 1: 27-31. 26 Ἐν δὲ τῷ μηνὶ τῷ ἕκτῳ ἀπεστάλη ὁ ἄγγελος Γαβριὴλ ἀπὸ τοῦ θεοῦ εἰς πόλιν τῆς Γαλιλαίας ᾗ ὄνομα Ναζαρὲθ 27 πρὸς παρθένον ἐμνηστευμένην ἀνδρὶ ᾧ ὄνομα Ἰωσὴφ ἐξ οἴκου Δαυίδ, καὶ τὸ ὄνομα τῆς παρθένου Μαριάμ. 28 καὶ εἰσελθὼν πρὸς αὐτὴν εἶπεν Χαῖρε, κεχαριτωμένη, ὁ κύριος μετὰ σοῦ. 29 ἡ δὲ ἐπὶ τῷ λόγῳ διεταράχθη καὶ διελογίζετο ποταπὸς εἴη ὁ ἀσπασμὸς οὗτος. fra Angelico, Annunciatie, ca. 1430 30 καὶ εἶπεν ὁ ἄγγελος αὐτῇ Μὴ φοβοῦ, Μαριάμ, εὗρες γὰρ χάριν παρὰ τῷ θεῷ 31 καὶ ἰδοὺ συλλήμψῃ ἐν γαστρὶ καὶ τέξῃ υἱόν, καὶ καλέσεις τὸ ὄνομα αὐτοῦ Ἰησοῦν. 26 Ἐν δὲ τῷ μηνὶ τῷ ἕκτῳ - nl. van de zwangerschap van Elisabeth, de moeder van Johannes de doper ἀποστελλω - wegzenden, Aor.pass.: ἀπεσταλην 27 ἐμνευστημενη + dat. - verloofd met 28 κεχαριτωμένη -gezegende 29 διαταραττω - in de war brengen, Aor.pass.: διεταραχθην ποταπος - wat voor een, hoedanig εἰη - vorm voor ἐστι in een indirecte vraag ἀσπασμος - groet, begroeting 30 εὗρες χάριν παρὰ + dat. -je staat in de gunst bij 31 συλλαμβανω - zwanger worden, Fut.: συλλη(μ)ψομαι τικτω - baren, Fut.: τεξομαι 4
Lucas 1: 32-38. 32 οὗτος ἔσται μέγας καὶ υἱὸς ὑψίστου κληθήσεται, καὶ δώσει αὐτῷ κύριος ὁ θεὸς τὸν θρόνον Δαυὶδ τοῦ πατρὸς αὐτοῦ, 33 καὶ βασιλεύσει ἐπὶ τὸν οἶκον Ἰακὼβ εἰς τοὺς αἰῶνας, καὶ τῆς βασιλείας αὐτοῦ οὐκ ἔσται τέλος. 34 εἶπεν δὲ Μαριὰμ πρὸς τὸν ἄγγελον Πῶς ἔσται τοῦτο, ἐπεὶ ἄνδρα οὐ γινώσκω; 35 καὶ ἀποκριθεὶς ὁ ἄγγελος εἶπεν αὐτῇ, Πνεῦμα Ἅγιον ἐπελεύσεται ἐπὶ σέ, καὶ δύναμις ὑψίστου ἐπισκιάσει σοι διὸ καὶ τὸ γεννώμενον ἅγιον κληθήσεται, υἱὸς θεοῦ. 36, 37 [...] De annunciatie van Rembrandt, 1630 38 εἶπεν δὲ Μαριάμ, Ἰδοὺ ἡ δούλη κυρίου γένοιτό μοι κατὰ τὸ ῥῆμά σου. καὶ ἀπῆλθεν ἀπ αὐτῆς ὁ ἄγγελος. 32 ὑψιστος - de (aller-)hoogste (bedoeld wordt God) καλεω - Fut.pass.: κληθησομαι διδωμι - geven, Fut.: δωσω 33 ἡ αἰων, -ονος - tijd, levensduur, eeuwigheid 34 γι(γ)νωσκω -(leren) kennen, hier: gemeenschap hebben met 35 ἀποκρινομαι - antwoorden, Aor.:ἀπεκριθην ἐπελευσομαι - Fut. van ἐπερχομαι ἐπισκιαζω + δατ. - iemand overschaduwen διο - daarom γενναω - baren 38 γένοιτό - vorm voor ἐγενετο in een wens 5
Lucas 2: 1-7. 1 Ἐγένετο δὲ ἐν ταῖς ἡμέραις ἐκείναις ἐξῆλθεν δόγμα παρὰ Καίσαρος Αὐγούστου ἀπογράφεσθαι πᾶσαν τὴν οἰκουμένην. 2 αὕτη ἀπογραφὴ πρώτη ἐγένετο ἡγεμονεύοντος τῆς Συρίας Κυρηνίου. 3 καὶ ἐπορεύοντο πάντες ἀπογράφεσθαι, ἕκαστος εἰς τὴν ἑαυτοῦ πόλιν. Volkstelling door Quirinius (Byzantijnse mozaïek uit de Kahrié- Djami kerk in Istanboel, ca. 1315-1320). 4 Ἀνέβη δὲ καὶ Ἰωσὴφ ἀπὸ τῆς Γαλιλαίας ἐκ πόλεως Ναζαρὲθ εἰς τὴν Ἰουδαίαν εἰς πόλιν Δαυὶδ ἥτις καλεῖται Βηθλέεμ, διὰ τὸ εἶναι αὐτὸν ἐξ οἴκου καὶ πατριᾶς Δαυίδ, 5 ἀπογράψασθαι σὺν Μαριὰμ τῇ ἐμνηστευμένῃ αὐτῷ, οὔσῃ ἐγκύῳ. 6 ἐγένετο δὲ ἐν τῷ εἶναι αὐτοὺς ἐκεῖ ἐπλήσθησαν αἱ ἡμέραι τοῦ τεκεῖν αὐτήν, 7 καὶ ἔτεκεν τὸν υἱὸν αὐτῆς τὸν πρωτότοκον καὶ ἐσπαργάνωσεν αὐτὸν καὶ ἀνέκλινεν αὐτὸν ἐν φάτνῃ, διότι οὐκ ἦν αὐτοῖς τόπος ἐν τῷ καταλύματι. 1 το δογμα - besluit, verordening, gebod ἡ οἰκουμενη - de bewoonde aarde, de wereld 2 ἡγεμονεύοντος τῆς Συρίας Κυρηνίου. toen Quirinius stadhouder was van Syria δια το + AcI - omdat 4 πατρια - afstamming, geslacht 5 ἐμνευστημενη - verloofde ἐγκυος - zwanger 6 ἐγένετο t/m αὐτήν : en het gebeurde in de tijd dat zij daar waren dat de tijd was aangebroken dat zij zou baren. 7 προτοτοκον - samengesteld uit: πρωτος en τοκος σπαργανοω - inwikkelen, inbakeren καταλυμα, -ατος- herberg. kaartje van Israël rond het jaar 0. Nazareth ligt in de landstreek Galilea, Bethlehem in de landstreek Judea. 6
Lucas 2: 8 14. 8 Καὶ ποιμένες ἦσαν ἐν τῇ χώρᾳ τῇ αὐτῇ ἀγραυλοῦντες καὶ φυλάσσοντες φυλακὰς τῆς νυκτὸς ἐπὶ τὴν ποίμνην αὐτῶν. 9 καὶ ἄγγελος κυρίου ἐπέστη αὐτοῖς καὶ δόξα κυρίου περιέλαμψεν αὐτούς, καὶ ἐφοβήθησαν φόβον μέγαν. 10 καὶ εἶπεν αὐτοῖς ὁ ἄγγελος, Μὴ φοβεῖσθε, ἰδοὺ γὰρ εὐαγγελίζομαι ὑμῖν χαρὰν μεγάλην ἥτις ἔσται παντὶ τῷ λαῷ, De herders krijgen de boodschap van de engel. Beeldengroep op de kathedraal van Chartres (1150) 11 ὅτι ἐτέχθη ὑμῖν σήμερον σωτὴρ ὅς ἐστιν Χριστὸς κύριος ἐν πόλει Δαυίδ 12 καὶ τοῦτο ὑμῖν τὸ σημεῖον, εὑρήσετε βρέφος ἐσπαργανωμένον καὶ κείμενον ἐν φάτνῃ. 13 καὶ ἐξαίφνης ἐγένετο σὺν τῷ ἀγγέλῳ πλῆθος στρατιᾶς οὐρανίου αἰνούντων τὸν θεὸν καὶ λεγόντων 14 Δόξα ἐν ὑψίστοις θεῷ καὶ ἐπὶ γῆς εἰρήνη ἐν ἀνθρώποις εὐδοκίας. 8 ἀγραυλεω - op het land / in het veld zijn φυλασσω φυλακς ἐπι +acc.- de wacht houden over 9 ἐφισταμαι + dat. - erbij gaan staan, verschijnen, Aor.: ἐπεστην δοξα - glans, pracht, heerlijkheid περιλαμπω - omstralen 10 φοβεομαι - vrezen, Aor.:ἐφοβηθην εὐαγγελιζομαι - een goede (εὐ) boodschap (ἀγγελια) brengen 11 τικτω - baren, Aor.Pass.: ἐτεχθην σημερον - vandaag 12 εὑρισκω - vinden, Fut.: εὑρησω ἐσπαραγμενος - gewikkeld in doeken, ingebakerd. 13 στρατια οὐρανιος - hemels leger αἰνουντων en λεγοντων - beide part. in het mv. vanwege het inhoudelijk meervoudige begrip van στρατια 14 δοξα - eer ὑψιστος - hoogste, οἱ ὑψιστοι zelfst. gebruikt bijv.nw > de hoge (hemel) εὐδοκια - van goede wil 7
Lucas 2: 15 20. 15 Καὶ ἐγένετο ὡς ἀπῆλθον ἀπ αὐτῶν εἰς τὸν οὐρανὸν οἱ ἄγγελοι, οἱ ποιμένες ἐλάλουν πρὸς ἀλλήλους Διέλθωμεν δὴ ἕως Βηθλέεμ καὶ ἴδωμεν τὸ ῥῆμα τοῦτο τὸ γεγονὸς ὃ ὁ κύριος ἐγνώρισεν ἡμῖν. 16 καὶ ἦλθον σπεύσαντες καὶ ἀνεῦρον τήν τε Μαριὰμ καὶ τὸν Ἰωσὴφ καὶ τὸ βρέφος κείμενον ἐν τῇ φάτνῃ 17 ἰδόντες δὲ ἐγνώρισαν περὶ τοῦ Paolo di Giovanni, Aanbidding van de herders, plm. 1460 ῥήματος τοῦ λαληθέντος αὐτοῖς περὶ τοῦ παιδίου τούτου. 18 καὶ πάντες οἱ ἀκούσαντες ἐθαύμασαν περὶ τῶν λαληθέντων ὑπὸ τῶν ποιμένων πρὸς αὐτούς 19 ἡ δὲ Μαριὰμ πάντα συνετήρει τὰ ῥήματα ταῦτα συμβάλλουσα ἐν τῇ καρδίᾳ αὐτῆς. 20 καὶ ὑπέστρεψαν οἱ ποιμένες δοξάζοντες καὶ αἰνοῦντες τὸν θεὸν ἐπὶ πᾶσιν οἷς ἤκουσαν καὶ εἶδον καθὼς ἐλαλήθη πρὸς αὐτούς. 15 λαλεω - zeggen διελθωμεν - coni. van aansporing bij διηλθον ἰδωμεν - coni. van aansporing bij εἰδον ἑως - naar λαληθεις, -εντος - part. Aor. pass bij λαλεω 19 συντερεω - zorgvuldig bewaren 20 ὑποστρεφω - terugkeren δοκαζω - verheerlijken, prijzen καθως - zoals ἐλαληθην - Aor.pass. bij λαλεω 8