LES 5 O-STAMMEN (VERVOLG) ΑΛΛΟΣ GETALLEN PRAEPOSITIES VERBA CONTRACTA A. GRAMMATICA. 1. Vervolg tweede declinatie (o-stammen)

Σχετικά έγγραφα
LES 3. O-DECLINATIE PRONOMEN DEMONSTRATIVUM ὅδε A. GRAMMATICA. 1. Declinatie van de o-stammen

persoon praesens imperfectum sigmatische aoristus

Klassieke Olympiaden Grieks POLYKRATES taaleigen van Herodotus

LES 2 MASCULINA VAN DE A-DECLINATIE IMPERFECTUM EN AORISTUS VAN ΛΟΥΩ A. GRAMMATICA. 1. Declinatie van masculiene a-stammen SINGULARIS

Bijlage VWO. Grieks. tijdvak 1. Tekstboekje a-VW-1-b

bab.la Φράσεις: Προσωπική Αλληλογραφία Ευχές ολλανδικά-ολλανδικά

Nieuw Grieks Grammatica Konstantinos Athanasiou

ΓΕΝΙΚΕΣ ΠΑΡΑΤΗΡΗΣΕΙΣ ΣΤΑ ΕΠΙΘΕΤΑ

LES 6 LIQUIDASTAMMEN ΑΥΤΟΣ ΟΥΤΟΣ & ΕΚΕΙΝΟΣ ΤΙΣ / ΤΙ ΕΙΣ & ΟΥΔΕΙΣ PRAESENS EN IMPERFECTUM MEDII A. GRAMMATICA. 1. Verbuiging van de liquidastammen.

5.A De voorbereiding. οὕτω δ οὐ πολλῷ ὕστερον 1 ἐν τῷ μηνὶ A Γαμηλιῶνι B ὁ γάμος C. ἐπετελεῖτο D. πολλοὶ δὲ γάμοι ἐν ταῖς Ἀθήναις διέμενον 2

Examen VWO. Grieks. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur. Tekstboekje. Begin.

LES 4 PERFECTUM EN PLUSQUAMPERFECTUM VAN ΛΟΥΩ FUTURUM EN AORISTUS VAN MUTA-STAMMEN PARTIKELS VRAAGWOORDEN PRAEPOSITIES A.

EJERCICIOS DE FLEXIÓN DE SUSTANTIVOS Y ADJETIVOS SEGUNDA DECLINACIÓN:

bab.la Φράσεις: Προσωπική Αλληλογραφία Ευχές ολλανδικά-ελληνικά

LES 9. DENTAALSTAMMEN (vervolg) FUTURUM MEDII EN AORISTUS MEDII van λούω A. GRAMMATICA. 1. Verbuiging van de mutastammen (vervolg).

Αιτήσεις Συνοδευτική Επιστολή

Solliciteren Sollicitatiebrief

Waar kan ik het formulier voor vinden? Waar kan ik het formulier voor vinden? Για να ρωτήσετε που μπορείτε να βρείτε μια φόρμα

Immigratie Documenten

I. De verbuiging van de substan1even

PROLOOG ΑΓΑΜΕΜΝΩΝ. 49 Ἐγένοντο Λήδᾳ Θεστιάδι τρεῖς παρθένοι, 50 Φοίβη Κλυταιμήστρα τ, ἐμὴ ξυνάορος, Ἑλένη τε ταύτης οἱ τὰ πρῶτ ὠλβισμένοι

MOUSEION MOY EION. Wijzigingen in de derde editie

Αιτήσεις Συνοδευτική Επιστολή

Schijnbeweging. Illusie in de Griekse kunst speurtocht

Solliciteren Referentie

Tracht de navolgende woorden fonetisch weer te geven:

Zakelijke correspondentie

LES 11. STAMMEN OP Σ PERFECTUM EN PLUSQUAMPERFECTUM MEDII van λούω A. GRAMMATICA. 1. Verbuiging van stammen op -σ.

καταλήξεις ασυναίρετων της β' κλίσης Ενικός ον. γεν. δοτ. αιτ. κλ. -ον -ου -ῳ -ον -ον -ος -ου -ῳ -ον -ε Πληθυντικός -οι -ων -οις -ους -οι

Overzicht van veel toegepaste SMD componenten & Codering van SMD weerstanden

Αιτήσεις Συστατική Επιστολή

Les 30. Let op! Het betrekkelijk voornaamwoord kan in alle naamvallen staan. M V O

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

εἰ δὲ μή, παῦσαι ἤδη, ὦ θαυμάσιε, πολλάκις μοι λέγων τὸν αὐτὸν λόγον, bepaling cmpl. attribuut complement (object)

LES 13 ANOMALIA A. GRAMMATICA. Sommige substantiva hebben een enigszins afwijkende declinatie.

πρῶτον μὲν τοῦτον τὸν λόγον ἀναλάβωμεν ὃν σὺ λέγεις περὶ τῶν δοξῶν μέν congr. cmpl. subj. bep. bij bijzinskern

ΚΥΡΟΥ ΑΝΑΒΑΣΕΩΣ Α VAN SARDES TOT CUNAXA. Cap. 1: De voorbereiding.

Ασκήσεις γραμματικής. Εκφώνηση. Να μεταφέρετε τους παρακάτω τύπους στον άλλο αριθμό: τοῦ σοφοῦ. (ὦ) δίκαιε. τὸν τίμιον. τοὺς πιστοὺς.

EL ARTÍCULO PRIMERA DECLINACIÓN FEMENINOS

ἐγώ ik ζύ je/jij - hij/zij/het 1 e persoon 2 e persoon 3 e persoon mnl vrl onz

NOVEMBER 2016 AL: 150. TYD: 3 uur

Πληροφοριακή παιδεία σε 7 βήματα: ένας κύκλος μαθημάτων ηλεκτρονικής μάθησης

Ὁ πιστὸς φίλος. Πιστεύω¹ τῷ φίλῳ. Πιστὸν φίλον ἐν κινδύνοις γιγνώσκεις². Ὁ φίλος τὸν

3-maandelijkse nieuwsbrief van de Nederlands-Griekse Vereniging Noord-Griekenland. april 2010 ΒΕΕΛΟΛ ΤΡΙΜΗΝΙΑΙΟ ΠΕΡΙΟ ΙΚΟ ΑΠΡΙΛΙΟΥ 2010 ΤΕΥΧΟΣ 18

Persoonlijke correspondentie Brief

Προσωπική Αλληλογραφία Επιστολή

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

OEFENVRAESTEL VRAESTEL 1

3 Adjectives. Paradigms Adjectives Article Article. ὁ, ἡ, τό the Masc. Fem. Neut. NS ὁ ἡ τό GS τοῦ τῆς τοῦ DS τῷ τῇ τῷ AS τόν τήν τό

Geschäftskorrespondenz

OEFENVRAESTEL VRAESTEL 1

Solliciteren Sollicitatiebrief

Klassieke Olympiaden Opgaven Grieks ronde 1

Ζ ζάω leven Ζεύς, Διός/Ζηνός, ὁ Zeus ζηλόω benijden, gelukkig prijzen. Η ἤ 1. of; 2. dan; 3. vraagwoord ἡγέομαι heersen

Klassieke Olympiaden Pensum Grieks Ronde 2

LES LXVII 1 LES LXVII

EDU IT i Ny Testamente på Teologi. Adjunkt, ph.d. Jacob P.B. Mortensen

ANALYSE VAN HET ATTISCHE WERKWOORD

Ilias Boek XXII. De dood van Hektoor

Croy Lessons Participles

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

GRAMMATICAAL OVERZICHTJE

Δευτερόκλιτα επίθετα

Προσωπική Αλληλογραφία Ευχές

ἡ πάλαι γλῶττα ἡ Ἑλληνικὴ, κατὰ τὸν αὐτὸμορφον τρόπον ὑπὸ Ἰακώβου τοῦ Δονάλδοῦ γέγραπται

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

ΑΛΗΘΩΝ ΔΙΗΓΗΜΑΤΩΝ. Ware vertellingen van Loukianos

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

ΑΡΧΑΙΑ ΕΛΛΗΝΙΚΗ ΓΛΩΑ Α ΓΥΜΝΑΙΟΥ

De eerste stappen Πρώτα Βήματα First Steps

ΗΡΟΔΟΤΟΥ ΙΣΤΟΡΙΩΝ ΔΕΥΤΕΡΑ ΕΠΙΓΡΑΦΟΜΕΝΗ ΕΥΤΕΡΠΗ

Milào Basiscursus Nieuwgrieks. Oefentoetsen. Dafni Alverti & Despina Moysiadou. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2017

Θα ήθελα να ανοίξω ένα τραπεζικό λογαριασμό. Θα ήθελα να κλείσω τον τραπεζικό μου λογαριασμό. Μπορώ να ανοίξω τραπεζικό λογαριασμό μέσω του ίντερνετ;

ΒΑΛΚΥΡΙΕΣ. de walkuren PAULO COELHO PAULO COELHO. livanis ΛΙΒΑΝΗΣ

Poem of Parmenides : on nature

ἡ πάλαι γλῶττα ἡ Ἑλληνικὴ, κατὰ τὸν αὐτὸμορφον τρόπον ὑπὸ Ἰακώβου τοῦ Δονάλδοῦ γέγραπται

Gregorius Nyssenus - De deitate filii et spiritus sancti

Zakelijke correspondentie Brief

Nieuwgriekse Grammatica. Een compleet Nieuwgriekse Grammatica & Syntaxis

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 16 mei uur

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie

H Ueia Leitoyrgia τvν Προηγιασmeνvν

Περικλέους Σταύρου Χαλκίδα Τ: & F: chalkida@diakrotima.gr W:

Ι ΑΓΜΕΝΟ ΚΕΙΜΕΝΟ Αριστοτέλους Ηθικά Νικομάχεια Β 1,5-8

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

Graad 11 Fisika. Kennisarea: Meganika

LES 10. DENTAALSTAMMEN (vervolg) FUTURUM PASSIVI EN AORISTUS PASSIVI van λούω A. GRAMMATICA. 1. Verbuiging van de mutastammen (vervolg).

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 25

Croy Lesson 19 PARTICIPLE CODES AORIST PARTICIPLES AORIST PARTICIPLES

Μῦθος Het medium wordt gebruikt om te zeggen dat het onderwerp

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

Uit de Ilias van Homeros Boek II

ΘΕΜΑ 96ο: Θουκυδίδου Ἱστορίαι, 3, Να μεταφραστεί το τμήμα: Δράσαντες δὲ τοῦτο μή τις ἐπιστροφὴ γένηται. Μονάδες 30

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 22

Transcript:

LES 5 O-STAMMEN (VERVOLG) ΑΛΛΟΣ GETALLEN PRAEPOSITIES VERBA CONTRACTA A. GRAMMATICA 1. Vervolg tweede declinatie (o-stammen) Tot de tweede declinatie behoren ook enkele woorden die oorspronkelijk vóór de o van de uitgang een ε of ο hadden. In het Attisch vindt dan samentrekking (contractie) plaats tussen de o-klank van de uitgang en de daaraan voorafgaande ε of ο. De verbuiging gaat als volgt: verstand SINGULARIS mandje nominativus νοῦς κανοῦν genitivus νοῦ κανοῦ dativus νῷ κανῷ accusativus νοῦν κανοῦν PLURALIS nominativus/voc. νοῖ κανᾶ genitivus νῶν κανῶν dativus νοῖς κανοῖς accusativus νοῦς κανᾶ Tot de gecontaheerde o-stammen behoren onder andere de masculina νοῦς (oorspronkelijk νόος) geest, verstand, πλοῦς (oorspronkelijk πλόος) vaart en ῥοῦς (oorspronkelijk ῥόος) stroom, en de neutra κανοῦν (oorspronkelijk

L E S 5 3 5 κανέον) mandje en ὀστοῦν (oorspronkelijk ὀστέον) been, bot. De verbuiging van de overeenkomstige adjectiva gaat als volgt: masc. fem. neutr. SINGULARIS nominativus χρυσοῦς χρυσῆ χρυσοῦν genitivus χρυσοῦ χρυσῆς χρυσοῦ dativus χρυσῷ χρυσῇ χρυσῷ accusativus χρυσοῦν χρυσῆν χρυσοῦν PLURALIS nominativus/voc. χρυσοῖ χρυσαῖ χρυσᾶ genitivus χρυσῶν χρυσῶν χρυσῶν dativus χρυσοῖς χρυσαῖς χρυσοῖς accusativus χρυσοῦς χρυσᾶς χρυσᾶ Tot de adjectiva op -ους behoren onder meer: χρυσοῦς gouden, ἀργυροῦς zilveren, εὐνους welgezind, βαθύῤῥους diepstromend, ἁπλοῦς eenvoudig, διπλοῦς dubbel. Alle contracta op -ους / -ουν, met uitzondering van sommige samengestelde adjectiva, zijn in alle naamvallen perispomena. In het Attisch wordt in masculina op -α ος α ο veranderd in ε ω. Dit verschijnsel heet metathesis quantitatum. Omdat dit verschijnsel alleen in het Attisch voorkomt spreekt men wel van de Attische declinatie. Die gaat als volgt: SINGULARIS tempel PLURALIS nominativus/voc. νεώς νεῴ genitivus νεώ νεών dativus νεῷ νεῴς accusativus νεών νεώς

3 6 L E E R B O E K G R I E K S. Overeenkomstig deze Attische declinatie worden behalve νεώς tempel en λεώς volk en eigennamen op -aos, zoals Μενέλαος / Μενέλεως, ook verbogen: κάλως touw, kabel; λαγῶς haas; ἕως (ἡ, acc. τὴν ἕω) dageraad en tenslotte een zeer gering aantal adjectiva van twee uitgangen als ἵλεως genadig, neutr. sing. ἵλεων, neutr. plur. ἵλεα. 2. Het pronominale adjectief ἄλλος Het woord ἄλλος ander wordt (evenals het Latijnse alius) wel beschouwd als pronomen indefinitum. Het functioneert in alle opzichten als een adjectief en wordt ook dienovereenkomstig verbogen (dus als σοφός). Echter het neutrum singulare eindigt niet zoals bij adjectiva op -ον maar op -ο. πέντε δέκα τριάκοντα ἕκατον χίλιοι 3. Enkele getallen vijf tien dertig honderd duizend χίλιοι wordt verbogen als adjectief, de andere genoemde getallen zijn indeclinabel. 4. Enkele praeposities μετά + genit. met μετά + accus. na διά + genit. door(heen) διά + accus. wegens 5. Verba contracta in futurum en aoristus. Verba contracta gaan uit op -αω, -εω of -οω. a. Bij de verba op -αω blijft de α in futurum en aoristus een α als aan de α een ρ, ε of ι voorafgaat. In alle andere gevallen wordt de α een η.

L E S 5 3 7 b. Bij de verba op -εω wordt de α in futurum en aoristus een η. c. Bij de verba op -οω wordt de ο in futurum en aoristus een ω. Voorbeelden: ongecontraheerd gecontraheerd futurum aoristus ἀνιάω - grieven ἀνιῶ ἀνιάσω ἠνίασα νικάω - overwinnen νικῶ νικήσω ἐνίκησα ποιέω - doen, maken ποιῶ ποιήσω ἐποίησα δουλόω - tot slaaf maken δουλῶ δουλώσω ἐδούλωσα In praesens en imperfectum van de verba op -αω, -εω of -οω vindt contractie plaats volgens regels die in een latere les zullen worden behandeld. Wat hier is gezegd voor futurum en aoristus geldt bij regelmatige verba ook voor het perfectum (ἠνίηκα, νενίκηκα, πεποίηκα, δεδούληκα). Verba contracta vindt men in het woordenboek onder hun ongecontraheerde vorm. B. VOCABULARIUM ἄβατος ἄγραφος ἄγω ἄδηλος ἄδικος ἀθάνατος ἄθυμος Αἴγυπτος, ἡ Ἀλέξανδρος, ὁ ἄμπελος, ἡ ἀνιάω ἄξιος c. genit. ἄπιστος ἁπλοῦς onbegaanbaar ongeschreven voeren, leiden onbekend onrechtvaardig onsterfelijk moedeloos Egypte Alexander wijnstok grieven waard(ig) trouweloos eenvoudig ἀργυροῦς Ἀρισταγόρας, ὁ ἄριστον, τό ἀρχαῖος ἀσκέω Ἀττική, ἡ βοηθέω c. dat. Βοιωτία, ἡ γεννάω δαρεικός, ὁ δεινός δεσμωτήριον, τό διδάσκω zilveren Aristagoras ontbijt oud oefenen Attica helpen Boeotië voortbrengen dareik (Perzische munt) vreselijk, gevaarlijk gevangenis onderwijzen, leren

3 8 L E E R B O E K G R I E K S. Διόνυσος, ὁ διπλοῦς δουλόω δύσθυμος εἴσοδος, ἡ ἐλευθερόω Ἑλλήσποντος, ὁ ἔνδοξος ἔξοδος, ἡ εὐεργέτης, ὁ εὔθυμος εὔνους εὔπορος ἔχθρα, ἡ ζημιόω ζητέω ζώνη, ἡ ἤπειρος, ἡ θανατόω θνητός Θουκυδίδης, ὁ Θρασύβουλος, ὁ ἱερεῖον, τό Ἰσθμός, ὁ Ἰταλία, ἡ κακονοῦς κανοῦν, τό κεφαλή, ἡ Κιλικία, ἡ Κορίνθιος, ὁ Κόρινθος, ἡ κοσμέω Κροῖσος, ὁ Λαβύρινθος, ὁ Λακεδαιμόνιος, ὁ Dionysus dubbel tot slaaf maken treurig toegang bevrijden Hellespont beroemd uitgang weldoener vrolijk welgezind, vriendelijk goed begaanbaar vijandschap straffen zoeken gordel vasteland doden, ter dood veroordelen sterfelijk Thucydides Thrasybulus offerdier Isthmus Italië slechtgezind mand hoofd Cilicië Corinthiër Corinthe versieren Croesus Labyrinth Lacedaemoniër Λεῦκτρα, τά Μαίανδρος, ὁ μαστιγόω μεστός μεταξύ c. genit. μισθός, ὁ Νάξος, ἡ Νέαρχος, ὁ νεκρός, ὁ νῆσος, ἡ νικάω νόσος, ἡ νοῦς, ὁ ὁδός, ἡ οἰκέω ὀστοῦν, τό παιδεύω παρθένος, ἡ Πελοπόννησος, ἡ περίοδος, ἡ περιπλοῦς πίνω πληγή, ἡ πλοῦς, ὁ ποιέω πολυμαθία, ἡ πορφυροῦς προδοσία, ἡ ῥοῦς, ὁ σιδηροῦς στεφανόω συγγράφω Ταίναρον τάφος, ὁ τελευτάω Leuctra Maeandrus geselen vol tussen soldij, loon Naxos Nearchus dode, lijk eiland overwinnen ziekte geest, verstand weg (be)wonen been, bot opvoeden meisje, maagd Peloponnesus omtrek rondvaart, zeereis drinken slag, klap vaart, zeereis maken, doen veelweterij purperen verraad stroom ijzeren bekransen beschrijven Taenarum graf eindigen, voltooien, sterven

L E S 5 3 9 τιμάω τολμάω φιάλη, ἡ φιλέω φρόνιμος φυγή, ἡ eren durven beker beminnen, liefhebben verstandig vlucht χαλκός, ὁ χαλκοῦς Χερρονησίτης, ὁ Χερρόνησος, ἡ χρυσοῦς koper, brons koperen, bronzen bewoner van de Chersonesus Chersonesus gouden Benoem en vertaal C. OEFENINGEN 1. Werkwoordsvormen ἐποιήσαμεν aor. ind. act. 1p wij maakten (a) τετιμηκέναι pf. inf. act. te hebben geëerd δουλῶσαι aor. inf. act. te maken tot slaaf (a) ποιήσουσι fut. ind. act. 3p zij zullen maken ἐδούλωσας aor. ind. act. 2s jij maakte tot slaaf (a) ἀνιάσεις fut. ind. act. 2s jij zult kwellen ποιήσειν fut. inf. act. te zullen doen ἐδεδουλώκεσαν ppf. ind. act. 3p zij hadden tot slaaf gemaakt ἐποιήσατε aor. ind. act. 2p jullie maakten (a) τιμήσατε aor. imp. act. 2p eert! (a) ἐδουλώσατε aor. ind. act. 2p jullie maakten tot slaaf (a) ἠλευθερώκατε pf. ind. act. 2p jullie hebben tot slaaf gemaakt ἐστεφάνωσαν aor. ind. act. 3p zij bekransten (a) ἐτεθανατώκεμεν ppf. ind. act. 1p wij hadden gedood ἐτιμήσατε aor. ind. act. 2p jullie eerden (a) ἠνίασας aor. ind. act. 2s jij kwelde (a) βεβοήθηκας pf. ind. act. 2s jij hebt geholpen ἐγεννήσατε aor. ind. act. 2p jullie brachten voort (a) στεφάνωσον aor. imp. act. 2s bekrans! (a) ἐθανατώσατε aor. ind. act, 2p jullie doodden (a)

4 0 L E E R B O E K G R I E K S. ἐτετελευτήκεσαν ppf. ind. act. 3p zij hadden voltooid πεφιληκέναι pf. inf. act. te hebben liefgehad ᾦκησε aor. ind. act. 3s hij woonde (a) ἀσκῆσαι aor. inf. act. te oefenen (a) ἠνιάκασιν pf. ind. act. 3p zij hebben gegriefd τίμησον aor. imp. act. 2s eer! (a) ἀνιάσειν fut. inf. act. te zullen grieven ἠνιάκεσαν ppf. ind. act. 3p zij hadden gegriefd ἐστεφανώκεσαν ppf. ind. act. 3p zij hadden bekranst κοσμήσειν fut. inf. act. te zullen versieren ἐβεβοηθήκει ppf. ind. act. 3s hij had geholpen ἄσκησον aor. imp. act. 2s oefen! (a) ἠνίασαν aor. ind. act. 3p zij griefden (a) ἐκόσμησαν aor. ind. act. 3p zij versierden (a) ἐτρίψατε aor. ind. act. 2p jullie wreven (a) ἐγράψαμεν aor. ind. act. 1p wij schreven ἐπέμπομεν impf. ind. act. 1p wij zonden ἦρξας aor. ind. act. 2s jij begon ἐζητηκέναι pf. inf. act. te hebben gezocht ἠσκήσατε aor. ind. act. 2p jullie oefenden (a) ἐστεφανώσατε aor. ind. act. 2p jullie bekransten ψεύσομεν fut. ind. act. 1p wij zullen bedriegen τολμήσει fut. ind. act. 3s hij zal durven ποιήσουσι fut. ind. act. 3p zij zullen maken ψεῦσον aor. imp. act. 2s bedrieg! (a) τιμήσειν fut. inf. act. te zullen eren ἐπίστευεν impf. ind. act. 3s hij vertrouwde ἠνίασαν aor. ind. act. 3p zij griefden (a) ἐψεύσατε aor. ind. act. 2p jullie bedrogen ζημιώσειν fut. inf. act. te zaullen straffen τρῖψαι aor. inf. act. te wrijven (a) ἐγράψατε aor. ind. act. 2p jullie schreven (a) θανατώσομεν fut. ind. act. 1p wij zullen doden κοσμήσει fut. ind. act. 3s hij zal ordenen ἐγράφομεν impf. ind. act. 1p wij schreven

L E S 5 4 1 κελεύει praes. ind. act. 3s hij beveelt ζητήσομεν fut. ind. act. 1p wij zullen zoeken πεῖσον aor. imp. act. 2s overreed! (a) ἠνίακε perf. ind. act. 3s hij heeft gegeriefd ἐλευθερώσουσι fut. ind. act. 3p zij zullen bevrijden λέξατε aor. imp. act. 2p zegt! (a) δεδουλώκατε perf. ind. act. 2p jullie hebben tot slaaf gemaakt ἐθεράπευες impf. ind. act. 2s jij verzorgde τιμήσεις fut. ind. act. 2s jij zult eren βοηθήσατε aor. imp. act. 2p helpt! (a) ἄρξουσι fut. ind. act. 3p zij zullen beginnen ἀνιᾶσαι aor. inf. act. te grieven (a) ἐτολμήσατε aor. ind. act. 2p jullie durfden (a) ψεύδεις pr. ind. act. 2s jij bedriegt ἐτεθανατώκεσαν pqp. ind. act. 3p zij hadden gedood ἤσκησε aor. ind. act. 3s hij oefende (a) πείσεις fut. ind. act. 2s jij zult overreden θανατῶσαι aor. inf. act. doden (a) ἐπεφιλήκει pqp. ind. act. 3s hij had bemind ἀνιάσομεν fut. ind. act. 1p wij zullen grieven Vertaal in het Nederlands 2. Thema s 1. Μετὰ τὴν νίκην ὁ στρατηγὸς τὸν ἀνδρεῖον στρατιώτην ἐτίμησε καὶ ἐστεφάνωσεν. 2. Μετὰ τῆς ἀδελφῆς τήνδε τὴν οἰκίαν οἰκήσει. 3. Οἱ Πέρσαι διὰ τῆς Βοιωτίας εἰς τὴν Ἀττικὴν ἥκουσιν. 4. Διὰ τὴν τῶν χιλίων συμμάχων φυγὴν οὐ νενικήκαμεν. 5. Δέκα πληγαῖς τὸν νέον δοῦλον μαστιγώσω. 6. Βοήθησον τῇ ἀδελφῇ καὶ κόσμησον τὴν οἰκίαν. 7. Ὁ ἀδελφὸς τῷ ἀδελφῷ βοηθῆσαι οὐκ ἐτόλμησεν. 8. Τῶν ἕκατον πολιτῶν τοὺς μὲν ἐδούλωσε, τοὺς δὲ ἐθανάτωσεν. 9. Πρὸς ἑσπέραν διὰ τῆσδε τῆς χώρας εἰς τὴν θάλατταν ἥξετε.

4 2 L E E R B O E K G R I E K S. 10. Μετὰ τήνδε τὴν ἡμέραν τὴν ἔχθραν τελευτήσομεν. 11. Οἱ μετὰ τοῦ Θρασυβούλου ἐνίκησαν τοὺς τριάκοντα τυράννους. 12. Διὰ τήνδε τὴν αἰτίαν τὸν εὐεργέτην ἐστεφάνωσας. 13. Τὸν Κύρου τοῦ ἀρχαίου τάφον οἱ Πέρσαι πολλοῖς καὶ λαμπροῖς δώροις ἐτετιμήκεσαν. 14. Μετὰ τοῦ διδασκάλου τὸ ἔργον τετελευτήκαμεν. 15. Μετὰ τὸ ἄριστον οἱ στρατιῶται τὰς σκηνὰς ἐκόσμησαν. 16. Ἀλκιβιάδης ἐκ χρυσῆς φιάλης τὸν οἶνον ἔπινεν. 17. Πλῷ ὅμοιον τὸν βίον οἱ ποιηταὶ λέγουσιν τοῖς μὲν ἁπλοῦς ἐστι καὶ ῥᾴδιος, τοῖς δὲ χαλεπὸς καὶ μετὰ κινδύνων. 18. Πέντε χρυσῶν δαρεικῶν ἄξιόν ἐστι τόδε τὸ ἀργυροῦν τόξον. 19. Ὁ εὔνους στρατηγὸς τοὺς στρατιώτας διπλῷ μισθῷ ἐτίμησεν. 20. Νέαρχος τὸν Ἀλεξάνδρου περιπλοῦν ἔγραψεν. 21. Ἀντὶ τῆς ἀργυρᾶς ζώνης χαλκᾶ ὅπλα πέμψαι ἐκελεύσαμεν. 22. Τὰ τῶν νεκρῶν λευκὰ ὀστᾶ ἐν τῷ πεδίῳ ἐβλέψατε. 23. Τὰ τῶν Λακεδαιμονίων δεῖπνα ἁπλᾶ ἦν. 24. Τοῖς τῶν Πέρσων σατράπαις πορφυρᾶ ἱμάτια ἦν. 25. Τὰς τοῦ δεσμωτηρίου σιδηρᾶς θύρας ἔκλῃσεν. 26. Αἱ ἀδελφαὶ κανᾶ καρπῶν μεστὰ ἐν ταῖς κεφαλαῖς ἔφερον. 27. Οἱ μὲν τῶν πολιτῶν τῷ Ἀλκιβιάδῃ εὔνοι ἦσαν, οἱ δὲ κακόνοι. 28. Παρὰ τῷ ῥῷ μικρὸν ἱερὸν ἦν τὰς δὲ θύρας χαλκᾶς ἐπεποιήκεσαν. 29. Κροῖσος ἐν νῷ ἔχει τὴν Κύρου, τοῦ τῶν Πέρσων δεσπότου, ἀρχὴν παῦσαι. 30. Θουκυδίδης συνέγραψε τὴν τῶν Ἀθηναίων δεινὴν νόσον. 31. Μεταξὺ τῆς Πελοποννήσου καὶ τῆς ἠπείρου ἐστὶν ὁ Ἰσθμός διὰ τοῦ Ἰσθμοῦ ἡ ὁδὸς ἐκ τῆς Ἀττικῆς εἰς τὴν Κόρινθον ἄγει. 32. Πολλαὶ νησοὶ ἔνδοξοι ἦσαν ταῖς ἀμπέλοις ἡ ἄμπελος Διονύσου δῶρον ἦν. 33. Αἱ τῶν Ἀθηναίων παρθένοι τῷ Διονύσῳ δῶρα ἔφερον παρὰ τὴν ἱερὰν ὁδόν. 34. Τῶν ἀνθρώπων ἡ μὲν ψυχὴ ἀθάνατός ἐστι, τὰ δὲ ἄλλα θνητά. 35. Πολλάκις ἡ τῆς νόσου αἰτία τοῖς ἰατροῖς ἄδηλός ἐστιν. 36. Διὰ τὴν χαλεπὴν καὶ τοῖς ἵπποις ἄβατον ὁδὸν ἡ στρατία ἄθυμος ἦν. 37. Ἥδε ἡ φρόνιμος παρθένος ἀεὶ εὔθυμός ἐστιν, αἱ δὲ ἄλλαι πολλάκις δύσθυμοι.

L E S 5 4 3 38. Τῆς Κιλικίας ἡ εἴσοοος Κύρῳ εὔπορος οὐκ ἦν. 39. Ἐν τῇ Αἰγύπτῳ ἔνδοξοι ἰατροὶ ἦσαν. 40. Μὴ πίστευε τῇδε τῇ ἀπίστῳ καὶ ἀδίκῳ δούλῃ. 41. Ἀρισταγόρας, ὁ τῆς Μιλήτου τύραννος, τὴν τῆς γῆς περίοδον καὶ τὴν θάλατταν καὶ τοὺς ποταμοὺς ἐν χαλκῷ γρᾶ?ψαι ἐκέλευσεν. 42. Ὁ Ἀλκιβιάδης τοὺς Χερρονησίτας εἰς τὸν Ἑλλήσποντον καὶ εἰς τὴν Χερρόνησον ἔπεμψεν. 43. Ἄλλος ἄλλο λέγει. 44. Ἄγραφοι νόμοι. Vertaal in het Grieks 1. Na de overwinning eerde en bekranste de veldheer de dappere soldaat. 2. Met zijn (vert. de) zuster zal hij dit huis bewonen. 3. De Perzen komen door Boeötië naar Attica. 4. Vanwege de vlucht van de duizend bondgenoten hebben zij niet overwonnen. 5. Met tien slagen zal ik de jonge slaaf geselen. 6. Help (a) de zuster en versier het huis. 7. De broer durfde (a) zijn (vert. de) broer niet te helpen. (a) 8. Van de honderd burgers heeft hij sommigen tot slaaf gemaakt en anderen ter dood gebracht. 9. Tegen de (niet vertalen) avond zullen jullie door dit land naar de zee komen. 10. Na deze dag zullen wij de vijandschap beëindigen. 11. De medestanders van Thrasybulus (vert. de met de Thrasybulus ) overwonnen (a) de dertig tyrannen. 12. Vanwege deze reden bekranste jij de weldoener. 13. De Perzen hadden het graf van Cyrus de oude met vele schitterende (het Grieks zegt vele en schitterende ) geschenken geëerd. 14. Samen met de onderwijzer hebben wij het werk voltooid. 15. Na het ontbijt versierden (a) de soldaten de tenten. 16. Alcibiades dronk de wijn uit een gouden beker. 17. De dichters zeggen dat het leven gelijk een zeereis is. 18. Vijf gouden dareiken is deze gouden boog waard. 19. De vriendelijke bevelhebber eerde (a) de soldaten met een dubbele

4 4 L E E R B O E K G R I E K S. soldij. 20. Nearchus heeft de zeereis van Alexander beschreven. 21. Wij verzochten (a) om in plaats van de zilveren gordel bronzen wape nen te zenden (a). 22. Jullie zagen de witte beenderen van de lijken in de vlakte. 23. De maaltijden van de Lacedaemoniërs waren eenvoudig. 24. De satrapen van de Perzen hadden puperen klederen. (vert. aan de waren). 25. Hij sloot (a) de ijzeren deuren van de gevangenis. 26. De zusters droegen mandjes vol vruchten op hun hoofd. (vert. op de hoofden) 27. Sommige burgers waren Alcibiades welgezind, anderen waren hem slecht gezind. (vert. sommiggen van de burgers; laat waren hem onvertaald). 28. Langs de stroom was een klein heiligdom; en de deuren hadden ze van brons gemaakt. 29. Croesus was van plan de regering van Cyrus, de heer der Perzen, te beëindigen. (van plan zijn = ἐν νῷ ἔχειν) 30. Thucydides beschreef (a) de vreselijke ziekte van de Atheners. 31. Tussen de Peloponnesus en het vaste land bevindt zich (ἐστιν) de Isthmus; door de Isthmus loopt de weg van (ἐκ) Attica naar Corinthe. 32. Veel eilanden waren beroemd om hun wijnstokken; de wijnstok was een geschenk van Dionysus. (vert. hun als de ; denk om het lidwoord bij namen van mensen en goden) 33. De meisjes van de Atheners brachten aan Dionysus geschenken langs de heilige weg. 34. De ziel van de mensen is onsterfelijk, maar de andere dingen zijn (laat zijn onvertaald) sterfelijk. 35. Vaak is de oorzaak van de ziekte aan de artsen onduidelijk. 36. Door de moeilijke en voor paarden onbegaanbare weg was het leger moedeloos. 37 Dit verstandige meisje is altijd vrolijk, de anderen zijn dikwijls bedroefd. 38. De toegang tot (lett. 'de ingang van') Cilicië was voor Cyrus niet gemakkelijk te begaan.

L E S 5 4 5 39. In Egypte waren beroemde artsen. 40. Vertrouw niet op deze ontrouwe en onrechtvaardige slavin. 41. Aristagoras, de tyran van Milete, gaf opdracht de omtrek van de aarde en de zee en de rivieren, in brons te griffen (a). 42. Alcibiades zond de inwoners van de Chersonesus naar de Hellespont en naar de Chersoneus. 43. De een zegt dit, de ander dat. (Lat. alius aliud dicit.) 44. Ongeschreven wetten.