ΚΥΡΟΥ ΑΝΑΒΑΣΕΩΣ Α VAN SARDES TOT CUNAXA. Cap. 1: De voorbereiding.



Σχετικά έγγραφα
Bijlage VWO. Grieks. tijdvak 1. Tekstboekje a-VW-1-b

Nieuw Grieks Grammatica Konstantinos Athanasiou

persoon praesens imperfectum sigmatische aoristus

Immigratie Documenten

bab.la Φράσεις: Προσωπική Αλληλογραφία Ευχές ολλανδικά-ολλανδικά

ἐγώ ik ζύ je/jij - hij/zij/het 1 e persoon 2 e persoon 3 e persoon mnl vrl onz

Waar kan ik het formulier voor vinden? Waar kan ik het formulier voor vinden? Για να ρωτήσετε που μπορείτε να βρείτε μια φόρμα

5.A De voorbereiding. οὕτω δ οὐ πολλῷ ὕστερον 1 ἐν τῷ μηνὶ A Γαμηλιῶνι B ὁ γάμος C. ἐπετελεῖτο D. πολλοὶ δὲ γάμοι ἐν ταῖς Ἀθήναις διέμενον 2

Klassieke Olympiaden Grieks POLYKRATES taaleigen van Herodotus

NOVEMBER 2016 AL: 150. TYD: 3 uur

Αιτήσεις Συνοδευτική Επιστολή

I. De verbuiging van de substan1even

Examen VWO. Grieks. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur. Tekstboekje. Begin.

Αιτήσεις Συστατική Επιστολή

εἰ δὲ μή, παῦσαι ἤδη, ὦ θαυμάσιε, πολλάκις μοι λέγων τὸν αὐτὸν λόγον, bepaling cmpl. attribuut complement (object)

Solliciteren Sollicitatiebrief

bab.la Φράσεις: Προσωπική Αλληλογραφία Ευχές ολλανδικά-ελληνικά

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Persoonlijke correspondentie Brief

PROLOOG ΑΓΑΜΕΜΝΩΝ. 49 Ἐγένοντο Λήδᾳ Θεστιάδι τρεῖς παρθένοι, 50 Φοίβη Κλυταιμήστρα τ, ἐμὴ ξυνάορος, Ἑλένη τε ταύτης οἱ τὰ πρῶτ ὠλβισμένοι

LES 6 LIQUIDASTAMMEN ΑΥΤΟΣ ΟΥΤΟΣ & ΕΚΕΙΝΟΣ ΤΙΣ / ΤΙ ΕΙΣ & ΟΥΔΕΙΣ PRAESENS EN IMPERFECTUM MEDII A. GRAMMATICA. 1. Verbuiging van de liquidastammen.

Αιτήσεις Συνοδευτική Επιστολή

πρῶτον μὲν τοῦτον τὸν λόγον ἀναλάβωμεν ὃν σὺ λέγεις περὶ τῶν δοξῶν μέν congr. cmpl. subj. bep. bij bijzinskern

Les 30. Let op! Het betrekkelijk voornaamwoord kan in alle naamvallen staan. M V O

Zakelijke correspondentie

Klassieke Olympiaden Opgaven Grieks ronde 1

Ὁ πιστὸς φίλος. Πιστεύω¹ τῷ φίλῳ. Πιστὸν φίλον ἐν κινδύνοις γιγνώσκεις². Ὁ φίλος τὸν

OEFENVRAESTEL VRAESTEL 1

Πληροφοριακή παιδεία σε 7 βήματα: ένας κύκλος μαθημάτων ηλεκτρονικής μάθησης

ΑΡΧΑΙΟ ΚΕΙΜΕΝΟ. ΕΝΟΤΗΤΑ 4η

Council of the European Union Brussels, 18 December 2014

Schijnbeweging. Illusie in de Griekse kunst speurtocht

MOUSEION MOY EION. Wijzigingen in de derde editie

STAMTIJDEN PER TIJDSTAM (kleine lijst) Deze lijst bevat de stamtijden die in de woordenlijst opgenomen zijn.

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Εμπορική αλληλογραφία Επιστολή

Θα ήθελα να ανοίξω ένα τραπεζικό λογαριασμό. Θα ήθελα να κλείσω τον τραπεζικό μου λογαριασμό. Μπορώ να ανοίξω τραπεζικό λογαριασμό μέσω του ίντερνετ;

Geschäftskorrespondenz

Solliciteren Referentie

Προσωπική Αλληλογραφία Επιστολή

STAMTIJDEN PER TIJDSTAM (grote lijst)

LES 2 MASCULINA VAN DE A-DECLINATIE IMPERFECTUM EN AORISTUS VAN ΛΟΥΩ A. GRAMMATICA. 1. Declinatie van masculiene a-stammen SINGULARIS

OEFENVRAESTEL VRAESTEL 1

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Μπορείτε να με βοηθήσετε; (Borίte na me voithίsete?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Μπορείτε να με βοηθήσετε; (Borίte na me voithίsete?

LES 3. O-DECLINATIE PRONOMEN DEMONSTRATIVUM ὅδε A. GRAMMATICA. 1. Declinatie van de o-stammen

Graad 11 Fisika. Kennisarea: Meganika

Σας ευχαριστούμε που κατεβάσατε τις κάρτες ερωτήσεων. Θα θέλαμε να μοιραστούμε κάποιες από τις εμπειρίες μας μαζί σας.

ΒΑΛΚΥΡΙΕΣ. de walkuren PAULO COELHO PAULO COELHO. livanis ΛΙΒΑΝΗΣ

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 22

Wiskunde. Graad 12 Vraestel 2. Tyd: 3 uur. Totaal: 150

Κείμενο διδαγμένο από το πρωτότυπο Δημοσθένους, Ὑπὲρ τῆς Ῥοδίων ἐλευθερίας, 17-18

ΚΥΡΟΥ ΑΝΑΒΑΣΕΩΣ Α 1 Δαρείου καὶ Παρυσάτιδος γίγνονται παῖδες δύο, πρεσβύτε- Onenigheid tussen

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

Persoonlijke correspondentie Brief

FS Ψυγείο Koelkast Chladnička Frigorífico Réfrigérateur

3-maandelijkse nieuwsbrief van de Nederlands-Griekse Vereniging Noord-Griekenland. april 2010 ΒΕΕΛΟΛ ΤΡΙΜΗΝΙΑΙΟ ΠΕΡΙΟ ΙΚΟ ΑΠΡΙΛΙΟΥ 2010 ΤΕΥΧΟΣ 18

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

Περικλέους Σταύρου Χαλκίδα Τ: & F: chalkida@diakrotima.gr W:

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 29

de ziel de stem, de klank de tijd het leven schrijven losmaken de mens zijn, zich bevinden, bestaan het paard de slaaf de vriend de bode, de gezant

Zakelijke correspondentie Brief

Solliciteren Sollicitatiebrief

Prediker 4:7 12. Geliefdes, vandag sê die Here vir jou: TWEE VAAR BETER AS EEN N DRIEDUBBELE TOU BREEK NIE MAKLIK NIE

NAAMWOORDEN SUBSTANTIEVEN SYSTEMATISCHE LIJST MET RANGSCHIKKING PER HOOFDSTUK. Substantieven van de eerste klasse. Substantieven volgens τιµή

NAAMWOORDEN SUBSTANTIEVEN SYSTEMATISCHE LIJST MET ALFABETISCHE RANGSCHIKKING. Substantieven van de eerste klasse. Substantieven volgens τιµή

Euripides. De Elektra

De eerste stappen Πρώτα Βήματα First Steps

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 27

ἡ πάλαι γλῶττα ἡ Ἑλληνικὴ, κατὰ τὸν αὐτὸμορφον τρόπον ὑπὸ Ἰακώβου τοῦ Δονάλδοῦ γέγραπται

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

Tegenwoordige tijd, 2e stam en Aoristos van enkele Griekse werkwoorden

Mr. Adam Smith Smith's Plastics 8 Crossfield Road Selly Oak Birmingham West Midlands B29 1WQ

Μῦθος Het medium wordt gebruikt om te zeggen dat het onderwerp

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 27

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie

Tracht de navolgende woorden fonetisch weer te geven:

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

BEJUBLAD GR SMAKLIG NL

SAUNA FINLANDESE ARJA

NEDERLANDS 4 ΕΛΛΗΝΙΚΑ 27

Ψυγείο Koelkast Chladnička Frigorífico Réfrigérateur TS

GRAAD 12 SEPTEMBER 2012 WISKUNDIGE GELETTERDHEID V2 MEMORANDUM

Εισαγωγή στη Φιλοσοφία

LES LXVII 1 LES LXVII

Milào Basiscursus Nieuwgrieks. Oefentoetsen. Dafni Alverti & Despina Moysiadou. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2017

RAFFINERAD RUTINERAD GR NL

Poem of Parmenides : on nature

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 26

ΘΕΜΑ 1o Λυσία, Ἐν βουλῇ Μαντιθέῳ δοκιμαζομένῳ ἀπολογία, 1-3

EDU IT i Ny Testamente på Teologi. Adjunkt, ph.d. Jacob P.B. Mortensen

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 27

ἡ πάλαι γλῶττα ἡ Ἑλληνικὴ, κατὰ τὸν αὐτὸμορφον τρόπον ὑπὸ Ἰακώβου τοῦ Δονάλδοῦ γέγραπται

2o ΘΕΜΑ ΠΡΟΣΟΜΟΙΩΣΗΣ ΠΡΟΑΓΩΓΙΚΩΝ ΕΞΕΤΑΣΕΩΝ ΑΡΧΑΙΑ ΕΛΛΗΝΙΚΑ ΚΑΤΕΥΘΥΝΣΗΣ Β ΛΥΚΕΙΟΥ ΔΙΔΑΓΜΕΝΟ ΚΕΙΜΕΝΟ ΑΠΟ ΤΟ ΠΡΩΤΟΤΥΠΟ

ΕΛΛΗΝΙΚΑ 4 NEDERLANDS 25

Persoonlijke correspondentie Brief

Transcript:

ΚΥΡΟΥ ΑΝΑΒΑΣΕΩΣ Α VAN SARDES TOT CUNAXA Cap. 1: De voorbereiding. 1 2 Δαρείου καὶ Παρυσάτιδος γίγνονται παῖδες δύο, πρεσβύτερος μὲν Ἀρταξέρξης, νεώτερος δὲ Κῦρος ἐπεὶ δὲ ἠσθένει Δαρεῖος καὶ ὑπώπτευε τελευτὴν τοῦ βίου, ἐβούλετο τὼ παῖδε ἀμφοτέρω παρεῖναι. Ὁ μὲν οὖν πρεσβύτερος παρὼν ἐτύγχανε Κῦρον δὲ 1. 1. Δαρείου καὶ Παρυσάτιδος γίγνονται παῖδες δύο: Darius en Parysatis hadden twee zoons, d.w.z. twee die voor het koningschap in aanmerking kwamen, er voor het verhaal dus toe doen, want D. en P. schijnen liefst 13 kinderen te hebben gehad. Artaxerxes was weliswaar de oudste, maar geboren vóór Darius de troon besteeg, terwijl Cyrus in het purper geboren was, zodat beiden argumenten van legitimiteit voor hun claim op de troon hadden. Δαρείου καὶ Παρυσάτιδος: genitivus originis; OV 116. γίγνονται: praes. hist.; dit praesens heeft heeft hier, zoals men ook wel bij τίκτω ziet (van welk verbum γίγνομαι als passivum fungeert) een perfectum-achtige waarde; Κλυταιμήστρα Ἰφιγένειαν τίκτει (vrij naar Eur. IT 23) betekent niet Clytemnestra is Iphigenia aan het baren (wat op zich zou kunnen), maar Clytemnestra is de moeder van Iphigenia ; andere verba waarvan het praesens vaak een perfectumachtige waarde heeft zijn o.a. ἥκω, νικάω, ἀκούω en πυνθάνομαι (BS 63). παῖδες: dualis en pluralis worden, zonder voor ons duidelijk onderscheid, naast en door elkaar gebruikt, zoals een regel verder al blijkt. 3. τοῦ βίου: een lidwoord heeft vaak, als duidelijk is om wie het gaat, de functie van pronomen possessivum; cf. OV 52. τὼ παῖδε ἀμφοτέρω παρεῖναι: accusativus cum infinitivo. 2. 1. οὖν: de semantische waarde van het partikel οὖν is het markeren van een volgende stap in het verhaal of betoog. Hoe men dat in een verta- Onenigheid tussen Cyrus en Artaxerxes na de dood van Darius. 1. 1 καὶ καί en, ook γίγνονται γίγνομαι worden, geboren worden παῖδες παῖς kind, zoon, jongen, slaaf δύο δύο twee πρεσβύτερος πρέσβυς oud 2 μὲν μέν weliswaar νεώτερος νέος nieuw, jong δὲ 1 δέ en, maar ἐπεὶ ἐπεί toen, omdat ἠσθένει ἀσθενέω zwak zijn, ziek zijn 3 ὑπώπτευε ὑποπτεύω vermoeden, verdenken τελευτὴν τελευτή einde τοῦ ὁ, ἡ, τό de, het βίου βίος leven ἐβούλετο βούλομαι willen, liever willen ἀμφοτέρω ἀμφότεροι beiden

2 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ μεταπέμπεται ἀπὸ τῆς ἀρχῆς ἧς αὐτὸν σατράπην ἐποίησε, καὶ στρατηγὸν δὲ αὐτὸν ἀπέδειξε πάντων ὅσοι ἐς Καστωλοῦ πεδίον ἁθροίζονται. Ἀναβαίνει οὖν ὁ Κῦρος λαβὼν Τισσαφέρνην ὡς ling het beste kan weergeven is afhankelijk van de context. Hier zou een onnadrukkelijk nu correct zijn. 2. 2. μεταπέμπεται: praesens historicum. τῆς ἀρχῆς ἧς αὐτὸν σατράπην ἐποίησε: deze satrapie omvatte de landstreken Lydië en Phrygië. καὶ στρατηγὸν δὲ αὐτὸν ἀπέδειξε: geformuleerd als voortzetting van de relatieve bijzin, waarbij in gedachte de functie van het relativum verschuift: ἧς wordt stilzwijgend herhaald als ἐν ᾗ of οὗ; vlg. GW echter een overgang van een relatieve naar een onafhankelijke zin, waarbij het tweede statement extra nadruk krijgt: en hij had hem bovendien aangewezen als bevelhebber. 3. ἐς Καστωλοῦ πεδίον: in de vlakte van Castolus, maar als de genit. een genit. explicativus is in de vlakte Castolus en als Castolus de naam is van een rivier (hetgeen door sommigen wordt verondersteld) in de vlakte van de Castolus. Alle klippen worden omzeld met de vertaling in de Castolusvlakte. Deze vlakte, even ten zuid-westen van Sardis, deed dienst als mobilisatiecentrum. 4. ἀναβαίνει οὖν ὁ Κῦρος: daarvoor zal Cyrus gebruik hebben gemaakt van de z.g.n. Koningsweg die dwars door het hoogland van Anatolië van Sardis naar Susa liep. ἀναβαίνει: in de volgende zin herhaald als ἀνέβη. Een dergelijke verschuiving van praesens historicum naar aoristus is in het Grieks normaal. Als in een reeks verba het praesens historicum wordt afgewisseld met andere tempora, geven de praesentia de hoofdpunten aan. Hier bijvoorbeeld zou men 4 παρεῖναι πάρειμι aanwezig zijn 2. 1 οὖν οὖν dus, dan ἐτύγχανε τυγχάνω + partic. toevallig iets doen 2 μεταπέμπεται μεταπέμπομαι ontbieden ἀπὸ ἀπό + gen. vanaf ἀρχῆς ἀρχή begin, heerschappij, ambtsgebied* ἧς ὅς, ἥ, ὅ die, dat (pron. relat.) αὐτὸν αὐτός zelf, de verbogen vormen fungeren als pron. pers. voor de derde persoon σατράπην σατράπης satraap (titel van een Perzische gouverneur) ἐποίησε ποιέω maken 3 στρατηγὸν στατηγός bevelhebber, generaal ἀπέδειξε ἀποδείκνυμι aanwijzen, benoemen πάντων πᾶς, πᾶσα, πᾶν geheel, ieder, elk; plur. alle(n) ὅσοι ὅσος zoveel als, die (pron. relat.) ἐς ἐς, εἰς + acc. naar, in πεδίον πεδίον vlakte 4 ἁθροίζονται ἁθροίζω verzamelen ἀναβαίνει ἀναβαίνω landinwaarts reizen λαβὼν λαμβάνω nemen, krijgen ὡς ὡς zoals, als*, omdat, dat, opdat, om te, zodat, toen

3 Κ Υ Ρ Ο Υ Α Ν Α Β Α Σ Ε Ω Σ I 2, 2 3 3 φίλον, καὶ τῶν Ἑλλήνων ἔχων ὁπλίτας ἀνέβη τριακοσίους, ἄρχοντα δὲ αὐτῶν Ξενίαν Παῤῥάσιον. Ἐπεὶ δὲ ἐτελεύτησε Δαρεῖος καὶ κατέστη εἰς τὴν βασιλείαν Ἀρταξέρξης, Τισσαφέρνης διαβάλλει τὸν Κῦρον πρὸς τὸν ἀδελφὸν ὡς ἐπιβουλεύοι αὐτῷ. ὁ ἀνέβη kunnen vertalen met op die reis. Dát C. op reis ging is al verteld, nú is belangrijk dat hij Tissaphernes meenam. ὁ Κῦρος: in dit eerste caput van de Anabasis wordt de naam Cyrus, na te zijn geïntroduceerd zonder lidwoord, twaalf maal herhaald, vier maal zonder, acht maal met lidwoord. Het laatste zou bij Greek composition correcter worden gevonden omdat het nog steeds gaat om de Cyrus die al aan ons is voorgesteld. λαβὼν: de participia λαβών nemende, genomen hebbende en ἔχων hebbende zijn in Nederlandse vertaling vaak het best weer te geven met het voorzetsel met. ὡς φίλον: ὡς geeft subjectieve causaliteit aan, maar daarmee is hier niet bedoeld dat Cyrus ten onrechte in de veronderstelling verkeerde dat Tissaphernes een vriend was, maar eerder dat beiden deden alsof, waarbij Cyrus meende er handig aan te doen deze gevaarlijke opportunist onder handbereik te houden, liever dan hem als ongecontroleerde onruststoker in zijn provincie achter te laten. 2. 6. ἄρχοντα: ook nog object van ἔχων. Strikt genomen is Ξενίαν Παῤῥάσιον naast ὁπλίτας τριακοσίους het object van ἔχων en is ἄρχοντα appositie bij dat object; het zinsdeel leest, afgezien van het voegwoord δέ, enigszins als een accusativus absolutus, maar deze heeft in het Grieks nooit een persoonlijk subject. Παῤῥάσιον: uit Parrhasia, een stad en streek in Arcadië. 3. 3. ἐπιβουλεύοι: het subject is Cyrus. Waarom optativus? Optativus obliquus in objectszin afhankelijk van een hoofdzin met gezegde in praesens hist. dat geldt als secundair tempus. αὐτῷ: in de directe rede σοι of μοι? Of anders gezegd: wie wordt daarmee bedoeld, Artaxerxes of Tissaphernes? Daar het reflexieve ἑαυτῷ als indirect reflexivum vrijelijk wel of niet mag worden vervangen door αὐτῷ of οἷ (WS 1228), is αὐτῷ altijd dubbelzinnig. O, GW en B zwijgen over dit probleem. Kennelijk vinden zij dat binnen het verhaal alleen een aanslag op de koning, niet een op Tissaphernes past. 5 φίλον φίλος lief, dierbaar, vriend* ἔχων ἔχω hebben ὁπλίτας ὁπλίτης hopliet, zwaargewapende τριακοσίους τριακόσιοι driehonderd 6 ἄρχοντα ἄρχω heersen, het bevel voeren over* ἄρχομαι + genit. beginnen met 3. 1 ἐτελεύτησε τελευτάω (het leven) beëindigen 2 κατέστη καθίστημι neerzetten, aanstellen, een functie geven βασιλείαν βασιλεία, ἡ koningschap βασίλεια, ἡ koningin βασιλεία, τά paleis 3 διαβάλλει διαβάλλω belasteren πρὸς πρός + acc. naar, bij, tegenover ἀδελφὸν ἀδελφός broeder ἐπιβουλεύοι ἐπιβουλεύω belagen, een aanslag beramen

4 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ Heimelijke voorbereidingen van Cyrus voor een aanval op Artaxerxes. δὲ πείθεται καὶ συλλαμβάνει Κῦρον ὡς ἀποκτενῶν ἡ δὲ μήτηρ ἐξαιτησαμένη αὐτὸν ἀποπέμπει πάλιν ἐπὶ τὴν ἀρχήν. Ὁ δ ὡς ἀπῆλθε κινδυνεύσας καὶ ἀτιμασθείς, βουλεύεται ὅπως 4 μήποτε ἔτι ἔσται ἐπὶ τῷ ἀδελφῷ, ἀλλά, ἢν δύνηται, βασιλεύσει ἀντ ἐκείνου. Παρύσατις μὲν δὴ ἡ μήτηρ ὑπῆρχε τῷ Κύρῳ, 3. 4. ὡς ἀποκτενῶν: het participium futuri met of zonder ὡς heeft vaak finale betekenis; met ὡς geeft de schrijver aan dat hij de bedoeling van het subject van het hoofdwerkwoord centraal stelt. 5. ἐξαιτησαμένη: Parysatis vroeg de vrijlating niet alleen uit liefde voor haar jongste zoon, maar ook om haar eigen politieke ambities te verwezenlijken. Dit element van eigenbelang wordt door de auteur onderstreept door gebruik van het medium i.p.v. het activum. αὐτὸν: als participium en hoofdwerkwoord hetzelfde object hebben, pleegt dit, anders dan in het Nederlands, niet te worden herhaald. τὴν ἀρχήν: articulum pro pronomine possessivo, een verschijnsel zo frequent dat er niet meer op gewezen zal worden. 4. 1. βουλεύεται ὅπως μήποτε ἔτι ἔσται: na verba curandi (waartoe βουλεύομαι gerekend kan worden) heeft een finale bijzin doorgaans een indicativus futuri, ontkenning μή. 2. ἐπὶ τῷ ἀδελφῷ: in de macht van zijn broeder. ἢν δύνηται: coniunctivus generalis, OV 141. 4 πείθεται πείθω overreden πείθομαι zich laten overreden, gehoorzamen συλλαμβάνει συλλαμβάνω grijpen, gevangen nemen ἀποκτενῶν ἀποκτείνω doden μήτηρ μήτηρ moeder 5 ἐξαιτησαμένη ἐξαιτέω / -έομαι opeisen, vrijlating eisen* ἀποπέμπει ἀποπέμπω wegzenden πάλιν πάλιν weer, terug ἐπὶ ἐπί + acc. naar; + dat. op 4. 1 ἀπῆλθε ἀπέρχομαι weggaan κινδυνεύσας κινδυνεύω gevaar lopen ἀτιμασθείς ἀτιμάζω oneervol behandelen βουλεύεται βουλεύω adviseren, besluiten βουλεύομαι overleggen, besluiten ὅπως ὅπως opdat, om te 2 μήποτε μήποτε nooit ἔτι ἔτι nog, na negativum meer. ἔσται εἰμί zijn ἀλλά ἀλλά maar ἢν ἤν = ἐάν = εἰ ἄν wanneer, als, indien δύνηται δύναμαι kunnen βασιλεύσει βασιλεύω koning zijn 3 ἀντ ἀντι + gen. tegenover, in plaats van, voor ἐκείνου ἐκεῖνος die (pron. dem.), hij (pron. pers.) δὴ δή zoals je moet weten, zoals je zult zien (vaak niet te vertalen) ὑπῆρχε ὑπάρχω + dat. steunen, helpen

5 Κ Υ Ρ Ο Υ Α Ν Α Β Α Σ Ε Ω Σ I 2, 3 5 5 φιλοῦσα αὐτὸν μᾶλλον ἢ τὸν βασιλεύοντα Ἀρταξέρξην. Ὅστις δ ἀφικνεῖτο τῶν παρὰ βασιλέως πρὸς αὐτὸν πάντας οὕτω διατιθεὶς ἀπεπέμπετο ὥστε αὐτῷ μᾶλλον φίλους εἶναι ἢ βασιλεῖ. Καὶ τῶν παρ ἑαυτῷ δὲ βαρβάρων ἐπεμελεῖτο ὡς πολεμεῖν τε ἱκανοὶ 4. 4. τὸν βασιλεύοντα Ἀρταξέρξην: Artaxerxes, die koning was ; attributief gebruikte participia met lidwoord kunnen in vertaling veelal worden weergegeven met een relatieve bijzin. Voor participia zonder lidwoord is dat de allerlaatste optie. 5. 1. ὅστις δ ἀφικνεῖτο: ieder die kwam ; ὅστις is pronomen relativum; het antecedent (dat hier pas later komt) is πάντας; de verschuiving van singularis naar pluralis, een incongruentie, vloeit voort uit het distributieve karakter van ὅστις (als je spreekt over ieder die is dat grammaticaal een enkelvoud, maar gaat het in feite over meerdere personen). In plaats van de indicativus ἀφικνεῖτο zouden wij vanwege het iteratieve karakter van deze conditionele relatieve bijzin een optativus, dus ἀφικνοῖτο verwachten (cf. OV 143, 3; maar ook OV 128, 1a). Kennelijk is het iteratieve karakter met het distibutieve ὅστις alleen al zo duidelijk dat aanpassing van de modus overbodig is (cf. WS 2569 a). Overigens is het distributieve karakter van het pronomen relativum indefinitum ὅστις minder uitgesproken dan van het Latijnse quicumque; men krijgt ook wel eens de indruk dat het onderscheid tussen ὅς en ὅστις niet altijd even scherp is. Dürrbach leest ἀφικνοῖτο, evenals Huibregtse, mogelijk uit didactische overwegingen. 2. τῶν παρὰ βασιλέως: genitivus partitivus; οἱ παρὰ βασιλέως mensen van de kant van de koning, hovelingen ; het lidwoord is hier gebruikt om het er op volgende begrip te substantiveren, OV 113, 4. 3. ὥστε αὐτῷ μᾶλλον φίλους εἶναι: consecutieve zinnen worden ingeleid door ὥστε of ὡς. Wordt het gevolg voorgesteld als een feit dan volgt de modus van de onafhankelijke zin. Wordt het gevolg als mogelijk of bedoeld voorgesteld, dan volgt op de conjunctie ὥστε of ὡς een infinitivus-constructie (a.c.i. of a.c.n. afhankelijk van de vraag of het subject gelijk is aan dat van het hoofdwerkwoord). τῶν παρ ἑαυτῷ δὲ βαρβάρων ἐπεμελεῖτο ὡς: een moeilijke zin. Niet hij zorgde <goed> voor de barbaren die bij hem waren, opdat ze, maar hij zorgde ervoor dat de barbaren die bij hem waren ; het subject van de finale bijzin is in de hoofdzin getrokken en heeft daarbij de naamval gekregen die past voor het object van het hoofdwerkwoord, ofschoon het daarvan slechts in zwakke mate het object is. 4. ἐπεμελεῖτο ὡς πολεμεῖν τε ἱκανοὶ εἴησαν: ἐπιμελέομαι wordt tot de verba curandi gerekend. Toch hier 4 φιλοῦσα φιλέω beminnen, houden van μᾶλλον μᾶλλον meer ἢ ἤ dan*, of 5. 1 ὅστις ὅστις ieder die 2 ἀφικνεῖτο ἀφικνέομαι komen παρὰ παρά + gen. van de kant van παρά + dat. bij παρά + acc. langs οὕτω οὕτω(ς) zo διατιθεὶς διατίθημι in een bepaalde stemming brengen 3 ὥστε ὤστε zodat 4 βαρβάρων βάρβαρος niet-griek, Pers

6 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ Het werven van Griekse troepen in Ionië. εἴησαν καὶ εὐνοϊκῶς ἔχοιεν αὐτῷ. Τὴν δὲ Ἑλληνικὴν δύναμιν 6 ἥθροιζεν ὡς μάλιστα ἐδύνατο ἐπικρυπτόμενος, ὅπως ὅτι ἀπαρασκευότατον λάβοι βασιλέα. Ὧδε οὖν ἐποιεῖτο τὴν συλλογήν. Ὁπόσας εἶχε φυλακὰς ἐν ταῖς πόλεσι παρήγγειλε τοῖς φρουράρχοις ἑκάστοις λαμβάνειν ἄνδρας Πελοποννησίους ὅτι πλείστους geen indicativus futuri. Deze is niet dwingend voorgeschreven. Na verba curandi vindt men ook zeer vaak de modi van de finale bijzin, dus coniunctivus na een hoofdtijd en optativus na een historische tijd. 5. 5. εἴησαν: = εἶεν; in de Anabasis komt de lange vorm 2 x voor, de korte 15 x. εὐνοϊκῶς ἔχοιεν: ἔχω + adverbium = εἰμί + adiectivum. 6. 2. ὡς μάλιστα ἐδύνατο ἐπικρυπτόμενος: zo veel mogelijk in het geheim. ὅτι ἀπαρασκευότατον: zo onvoorbereid mogelijk. 4. ὁπόσας εἶχε φυλακὰς: het correlatieve relativum heeft als antecedent een bij φρουράρχοις in gedachten te nemen τῶν φυλακῶν. Je kunt ook zeggen: lees πάντων φυλακῶν ἅς εἴχε voor ὁπόσας εἶχε φυλακὰς. Je zou ook kunnen zeggen: als een zin begint met een relatieve bijzin, ingeleid door een correlatief of indefiniet pronomen relativum en het antecedent volgt, dus postcedent wordt, is het niet nodig het postcedent uitdrukkelijk te formuleren, laat staan met strikte inachtneming van de congruentieregels. ὁπόσας: heeft steeds de betekenis πάντας ἅς (of πάντας ὅσας). ἐν ταῖς πόλεσι: bedoeld worden de Ionische steden op de west-kust van Klein Azië. 5. Πελοποννησίους: voornamelijk soldaten uit Achaea en Arcadië, die toen de Peloponnesische oorlog voorbij was elders emplooi zochten. ὅτι πλείστους: = ὡς πλείστους. ἐπεμελεῖτο ἐπιμέλομαι + gen. z. bekommeren om, zorgen voor πολεμεῖν πολεμέω oorlog voeren τε τε en ἱκανοὶ ἱκανός geschikt*, voldoende 5 εὐνοϊκῶς εὐνοϊκός = εὔνους welgezind 6. 1 δύναμιν δύναμις macht, legermacht* 2 ὡς μάλιστα ὡς μάλιστα zo veel mogelijk μάλιστα μάλιστα zeer veel, meest ἐπικρυπτό ἐπικρύπτομαι heimelijk handelen ὅτι ὅτι dat, omdat; met superlativus zo mogelijk ἀπαρασκ ἀπαρασκευός onvoorbereid 3 ὧδε ὧδε zo, als volgt συλλογήν συλλογή verzameling, lichting 4 ὁπόσας ὅποσος zoveel als, alle(n) die φυλακὰς φυλακή wachtpost, garnizoen ἐν ἐν + dat. in, op πόλεσι πόλις stad παρήγγειλε παραγγέλλω afkondigen, bevelen* φρουράρχοις φρούραρχος wachtcommandant, garnizoenscommandant 5 ἑκάστοις ἕκαστος ieder

7 Κ Υ Ρ Ο Υ Α Ν Α Β Α Σ Ε Ω Σ I 2, 5 7 7 καὶ βελτίστους, ὡς ἐπιβουλεύοντος Τισσαφέρνους ταῖς πόλεσι. Καὶ γὰρ ἦσαν αἱ Ἰωνικαὶ πόλεις Τισσαφέρνους τὸ ἀρχαῖον ἐκ βασιλέως δεδομέναι, τότε δὲ ἀφειστήκεσαν πρὸς Κῦρον πᾶσαι πλὴν Μιλήτου ἐν Μιλήτῳ δὲ Τισσαφέρνης προαισθόμενος τὰ αὐτὰ ταῦτα βουλευομένους ἀποστῆναι πρὸς Κῦρον, τοὺς μὲν αὐτῶν ἀπέκτεινε τοὺς δ ἐξέβαλεν. Ὁ δὲ Κῦρος ὑπολαβὼν τοὺς φεύγοντας συλλέξας στράτευμα ἐπολιόρκει Μίλητον καὶ κατὰ γῆν καὶ κατὰ θάλατταν καὶ ἐπειρᾶτο κατάγειν τοὺς ἐκπεπτωκό- 6. 6. ὡς ἐπιβουλεύοντος Τισσαφέρνους: ὡς met genitivus absolutus geeft een subjectieve reden aan, moet dus worden vertaald door een causale bijzin omdat volgens hem. 7. καὶ γὰρ: het was namelijk zo dat. τὸ ἀρχαῖον: van ouds, accusativus adverbialis OV 120, 6; BS 43. ἐκ βασιλέως δεδομέναι: een geschenk waren van de koning. 8. ἀφειστήκεσαν πρὸς Κῦρον: lett. waren afgevallen naar C., vert. hadden zich aangesloten bij ; het perf. actief van transitieve verba heeft vaak intransitieve betekenis. 7. 1. τὰ αὐτὰ ταῦτα: dezelfde dingen, hetzelfde. 2. βουλευομένους: kort voor τοὺς πολίτας βουλευομένους. ἀποστῆναι: nadere verklaring van τὰ αὐτὰ ταῦτα, infinitivus epexegeticus. τοὺς μὲν τοὺς δὲ: sommigen anderen. 5. τοὺς ἐκπεπτωκότας: = τοὺς ἐκβεβλημένους; ἐκπίπτω kan fungeren als passivum van ἐκβάλλω. ἄνδρας ἀνήρ man 6 βελτίστους βέλτιστος superl. v. ἀγαθός 7 γὰρ γάρ want, immers ἀρχαῖον ἀρχαῖος oud (Lat. antiquus) ἐκ ἐκ, ἐξ + genit. uit 8 δεδομέναι δίδωμι aanbieden, geven τότε τότε toen, op dat ogenblik ἀφειστήκεσαν ἀφίσταμαι zich distantiëren van 9 πλὴν πλήν + genit. behalve 7. 1 προαισθόμενος προαισθάνομαι van tevoren bemerken 2 ταῦτα οὗτος, αὕτη, τοῦτο die, dat (pron. dem.) 3 ἐξέβαλεν ἐκβάλλω uitwerpen, verbannen ὑπολαβὼν ὑπολαμβάνω opvangen 4 φεύγοντας φεύγω vluchten, verbannen worden συλλέξας συλλέγω bijeenbrengen, verzamelen στράτευμα στράτευμα leger, legermacht, legeronderdeel ἐπολιόρκει πολιορκέω belegeren κατὰ κατά + genit. van naar beneden κατά + acc. ter hoogte van, volgens, op 5 γῆν γῆ land θάλατταν θάλαττα zee ἐπειρᾶτο πειράομαι proberen κατάγειν κατάγω terugbrengen ἐκπεπτωκότας ἐκπίπτω ergens uit vallen, verbannen worden

8 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ τας. Καὶ αὕτη αὖ ἄλλη πρόφασις ἦν αὐτῷ τοῦ ἁθροίζειν στράτευμα. Πρὸς δὲ βασιλέα πέμπων ἠξίου ἀδελφὸς ὢν αὐτοῦ δοθῆ- 8 ναι οἷ ταύτας τὰς πόλεις μᾶλλον ἢ Τισσαφέρνην ἄρχειν αὐτῶν, καὶ ἡ μήτηρ συνέπραττεν αὐτῷ ταῦτα ὥστε βασιλεὺς τὴν μὲν πρὸς ἑαυτὸν ἐπιβουλὴν οὐκ ᾐσθάνετο, Τισσαφέρνει δ ἐνόμιζε πολεμοῦντα αὐτὸν ἀμφὶ τὰ στρατεύματα δαπανᾶν ὥστε οὐδὲν ἤχθετο αὐτῶν πολεμούντων. Καὶ γὰρ ὁ Κῦρος ἀπέπεμπε τοὺς 8. 1. ἀδελφὸς ὢν: causaal. 2. Τισσαφέρνην: wordt verbogen volgens een gemengde declinatie: de accusativus als van een a-stam (πολίτης), de genitivus (-ους) en dativus (-ει) als van een s-stam (ἀληθής). ἄρχειν αὐτῶν: infinitivus finalis om er over te heersen. 3. συνέπραττεν: = ὑπῆρχε. 4. Τισσαφέρνει: afh. van πολεμοῦντα. ἐνόμιζε: Artaxerxes dacht (en hoopte) dat Cyrus door zijn oorlog tegen Tissaphernes spoedig financieel aan de grond zou zitten en uit geldgebrek van voor hem, de koning, bedreigende politieke ambities zou moeten afzien. 5. πολεμοῦντα: al oorlog voerend, door oorlog te voeren ; de relatie met δαπανᾶν is eerder instrumenteel (cf. BS 101) dan causaal (Owen hier informatiever dan Goodwin); het participium geeft hier eerder antwoord op de vraag waardoor dan op die waarom; voor het Grieks geeft het participium alleen antwoord op de vraag onder welke omstandigheden, dat wij ons vervolgens afvragen of wij de relatie als een temporele, een causale, een concessieve, enz. zullen duiden heeft niets met het Grieks maar alles met onze zorg voor duidelijk Nederlands te maken. ἀμφὶ τὰ στρατεύματα δαπανᾶν: geld besteden aan (het op de been brengen, uitrusten en onderhouden van) legereenheden. οὐδὲν ἤχθετο: d.w.z. dat hij zeer verheugd was; litotes (λιτότης). οὐδὲν: in generlei opzicht accusativus adverbialis. 6. αὐτῶν πολεμούντων: participiumconstructie in genitivo afhankelijk van ἤχθετο zoals in ἀκούω αὐτοῦ λέγοντος; niet geheel uit te sluiten is dat ἤχθετο absoluut is gebruikt en dat αὐτῶν πολεμούντων een genit. abs. is. καὶ γὰρ: bovendien. τοὺς γιγνομένους δασμοὺς: de ontvangen (of opgebrachte) belastingen, de belastingopbrengsten. 6 αὖ αὖ weer, daarentegen ἄλλη ἄλλος ander πρόφασις πρόφασις voorwendsel 8. 1 πέμπων πέμπω zenden, laten gaan ἠξίου ἀξιόω waardig achten, verlangen, wensen 3 συνέπραττεν συμπράττω τινι τι iemand met iets helpen 4 ἑαυτὸν ἑαυτός zichzelf ἐπιβουλὴν ἐπιβουλή (plan voor een) aanslag οὐκ οὐ, οὐκ, οὐχ niet ἐνόμιζε νομίζω menen 5 ἀμφὶ ἀμφι + acc. rondom, met betrekking tot δαπανᾶν δαπανάω onkosten maken, verbruiken, besteden ὥστε ὥστε zodat οὐδὲν οὐδεῖς, οὐδέμια, οὐδέν niemand, niets, geen enkele 6 ἤχθετο ἄχθομαι zich ergeren, boos zijn

9 9 Κ Υ Ρ Ο Υ Α Ν Α Β Α Σ Ε Ω Σ I 2, 7 9 γιγνομένους δασμοὺς βασιλεῖ ἐκ τῶν πόλεων ὧν Τισσαφέρνους ἐτύγχανεν ἔχων. Ἄλλο δὲ στράτευμα αὐτῷ συνελέγετο ἐν Χεῤῥονήσῳ τῇ κατ ἀντιπέρας Ἀβύδου τόνδε τὸν τρόπον. Κ λέαρχος Λακεδαιμόνιος φυγὰς ἦν τούτῳ συγγενόμενος ὁ Κῦρος ἠγάσθη τε αὐτὸν καὶ δίδωσιν αὐτῷ μυρίους δαρεικούς. Ὁ δὲ λαβὼν τὸ χρυσίον στράτευμα συνέλεξεν ἀπὸ τούτων τῶν χρημάτων καὶ ἐπολέμει ἐκ Χεῤῥονήσου ὁρμώμενος τοῖς Θρᾳξὶ τοῖς ὑπὲρ Ἑλλήσποντον οἰκοῦσι καὶ ὠφέλει τοὺς Ἕλληνας ὥστε καὶ χρήματα συνεβάλλοντο αὐτῷ εἰς τὴν τροφὴν τῶν στρατιωτῶν αἱ Ἑλλησποντιακαὶ 8. 7. ἐκ τῶν πόλεων ὧν Τισσαφέρνους ἐτύγχανεν: = ἐκ τῶν τοῦ Τισσαφέρνους πόλεων, ἃς ἐτύγχανεν. Τισσαφέρνους: veel edd. prefereren de v.l. Τισσαφέρνης; in het ene geval wordt gezegd dat Tissaphernes de jure de steden nog steeds bezat, in het andere dat hij ze de facto niet meer bezat, hetgeen op hetzelfde neerkomt. 9. 1. αὐτῷ: dativus commodi, te zijnen behoeve, cf. Anab. II, 1, 1 Κύρῳ en Thuc. VII, 26, 1 ἐπεὶ ξυνελέγη αὐτῷ τὸ στράτευμα. ἐν Χεῤῥονήσῳ τῇ κατ ἀντιπέρας Ἀβύδου: lett. op het schiereiland aan de overkant van Abydus. Het woord χεῤῥόνησος (femininum) betekent schiereiland; het is geworden (en tot op de huidige dag gebleven) de naam van de landtong die de noord-westelijke oever van de Dardanellen vormt. 2. Ἀβύδου: de stad heeft bekendheid verworven als achtergrond van het verhaal van Hero en Leander. De zeeëngte is hier ± 5 km breed, een afstand die Leander dagelijks heen en terug zwemmend aflegde om zijn geliefde te ontmoeten. 3. ἠγάσθη: kreeg bewondering ; de aoristus heeft vaak een inchoatief aspect. Griekse aanvoerders brengen troepen bijeen. 7 δασμοὺς δασμός schatting, belasting 8 ἐτύγχανεν τυγχάνω + genit. treffen τυγχάνω + partic. toevallig iets doen 9. 1 κατ ἀντιπέρας κατ ἀντιπέρας + genit. tegenover, aan de overkant van 2 τόνδε ὅδε, ἥδε, τόδε deze, dit (pron. dem.) τρόπον τρόπος manier, wijze 3 φυγὰς φυγάς vluchteling, balling συγγενόμενος συγγίγνομαι + dat. samenkomen met ἠγάσθη ἄγαμαι bewonderen 4 μυρίους μύριοι tienduizend μυρίοι ontelbaar veel δαρεικούς δαρεικός Perzische gouden munt χρυσίον χρυσίον (goud)geld 5 χρημάτων χρήματα bezittingen, geld 6 ὁρμώμενος ὁρμάομαι optrekken ὑπὲρ ὑπέρ + acc. over, aan gene zijde van οἰκοῦσι οἰκέω wonen 7 ὠφέλει ὠφελέω τινα iemand bevoordelen, helpen συνεβάλλοντο συμβάλλω (ook med.) bijeenbrengen, afspreken 8 τροφὴν τροφή voeding, onderhoud στρατιωτῶν στρατιωτής soldaat

1 0 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ πόλεις ἑκοῦσαι. Τοῦτο δ αὖ οὕτω τρεφόμενον ἐλάνθανεν αὐτῷ τὸ στράτευμα. Ἀρίστιππος δὲ ὁ Θετταλὸς ξένος ὢν ἐτύγχανεν αὐτῷ, καὶ 10 πιεζόμενος ὑπὸ τῶν οἴκοι ἀντιστασιωτῶν ἔρχεται πρὸς τὸν Κῦρον καὶ αἰτεῖ αὐτὸν εἰς δισχιλίους ξένους καὶ τριῶν μηνῶν μισθόν, ὡς οὕτως περιγενόμενος ἂν τῶν ἀντιστασιωτῶν. Ὁ δὲ Κῦρος δίδω- 9. 9. ἐλάνθανεν αὐτῷ: let op: λανθάνω heeft de persoon aan wie wat er gebeurt ontgaat in de accusativus; αὐτῷ is hier dativus commodi, te zijnen behoeve. 10. 3. ὡς οὕτως περιγενόμενος ἂν: omdat hij dan zou overwinnen ; het participium coniunctum, een participium dat als een satelliet of argument aan een hoofdwerkwoord is toegevoegd, is een praedicatieve bepaling die temporeel, causaal, conditioneel, concessief, instrumenteel of vergelijkend kan zijn. Welke van deze kleuringen aan de orde is, wordt duidelijk in de context. Het causaal gekleurde participium coniunctum staat in het algemeen na het hoofdwerkwoord. In geval van een subjectieve causa gaat aan het participium ὡς vooraf. De toevoeging van ἄν aan een participium of infinitivus brengt een potentiële of irreële modaliteit aan; welk van beide hangt af van de context. De korte participium-constructie ὡς οὕτως περιγενόμενος ἂν zou men voluit kunnen schrijven als: εἰ Κῦρος αὐτῷ εἰς τετρακισχιλίους καὶ ἓξ μηνῶν μισθόν δοίη, περιγνοιτο ἄν. Een conditionele periode, waarin het participium staat voor de apodosis, en het woord οὕτως de protasis vormt. De Griekse potentialis geeft niet aan wat misschien wel zou kunnen gebeuren, maar wat zeker zal gebeuren als een onzekere voorwaarde wordt vervuld. 4. περιγενόμενος ἂν τῶν ἀντιστασιωτῶν: περιγίγνομαι + genit. - overtreffen, de overhand behalen op, overwinnen. Sommige verba, o.a. αἰσθάνομαι, ἀκούω, ἁμαρτάνω, ἀπέχω, ἅπτομαι, ἐπιμελέομαι, ἐπιλανθάνομαι, μέμνημαι, παύομαι, περιγίγνομαι en τυγχάνω hebben de genitivus als complementsnaamval, hebben m.a.w. hun object in genitivo. 9 ἑκοῦσαι ἑκών vrijwillig ἐλάνθανεν λανθάνω + part. ongemerkt doen / gebeuren 10. 1 ξένος ξένος vreemdeling, gastheer, gastvriend, huurling 2 πιεζόμενος πιέζω kwellen ὑπὸ ὑπό + genit. door, onder vandaan οἴκοι οἴκοι thuis, in het vaderland ἀντιστ. ἀντιστασιωτής politieke tegenstander, opstandeling ἔρχεται ἔρχομαι, aor. ἦλθον komen, gaan 3 αἰτεῖ αἰτέω vragen, verzoeken εἰς εἰς bij getallen ongeveer δισχιλίους δισχίλιοι tweeduizend τριῶν τρεῖς, τρία drie μηνῶν μήν maand μισθόν μισθός soldij 4 οὕτως οὕτως zo, op die manier περιγενόμενος περιγίγνομαι te boven komen, overwinnen

1 1 Κ Υ Ρ Ο Υ Α Ν Α Β Α Σ Ε Ω Σ I 2, 9 1 1 11 σιν αὐτῷ εἰς τετρακισχιλίους καὶ ἓξ μηνῶν μισθόν, καὶ δεῖται αὐτοῦ μὴ πρόσθεν καταλῦσαι πρὸς τοὺς ἀντιστασιώτας πρὶν ἂν αὐτῷ συμβουλεύσηται. Οὕτω δὲ αὖ τὸ ἐν Θετταλίᾳ ἐλάνθανεν αὐτῷ τρεφόμενον στράτευμα. Πρόξενον δὲ τὸν Βοιώτιον ξένον ὄντα ἐκέλευσε λαβόντα ἄνδρας ὅτι πλείστους παραγενέσθαι, ὡς ἐς Πισίδας βουλόμενος στρατεύεσθαι, ὡς πράγματα παρεχόντων τῶν Πισιδῶν τῇ ἑαυτοῦ χώρᾳ. Σοφαίνετον δὲ τὸν Στυμφάλιον καὶ Σωκράτην τὸν Ἀχαιόν, ξένους ὄντας καὶ τούτους, ἐκέλευσεν ἄνδρας λαβόντας ἐλθεῖν ὅτι 10. 6. καταλῦσαι πρὸς τοὺς ἀντιστασιώτας: vrede sluiten met de opstandelingen. πρὶν ἂν αὐτῷ συμβουλεύσηται: alvorens hem te raadplegen ; coniunctivus futuralis; αὐτῷ vervangt hier het indirect reflexieve οἷ of οἱ. 11. 1. ξένον ὄντα: als gastvriend ; participiumconstructie als bijvoeglijke bepaling. 2. ὡς βουλόμενος: zogenaamd omdat hij wilde ; wederom ὡς met participium om een subjectieve causa aan te geven; Cyrus was helemaal niet van plan om oorlog te voeren tegen de Pisidiërs, maar deed alleen alsof. 3. ὡς πράγματα παρεχόντων τῶν Πισιδῶν: ook bij een genitivus absolutus duidt ὡς op een subjectieve causa. 5. Στυμφάλιον: uit Stymphãlus, een plaats in Arcadië. 6. ἄνδρας λαβόντας: ἄνδρας is object van λαβόντας dat argument is bij het logisch subject van ἐλθεῖν, te weten Σοφαίνετον en Σωκράτην, zijnde deze a.c.i.- constructie afhankelijk van ἐκέλευσεν. 5 τετρακισχ. τετρακισχίλιοι vierduizend ἓξ ἕξ zes δεῖται δέομαι verzoeken 6 μὴ μή niet (in streefzinnen) πρόσθεν πρόσθεν eerder, van tevoren καταλῦσαι καταλύω ontbinden, beëindigen καταλύω πρός τινα z. met iem. verzoenen πρὶν πρίν voordat 7 συμβουλ. συμβουλεύομαι raadplegen 11. 2 παραγενέσθαι παραγίγνομαι verschijnen, komen βουλόμενος βούλομαι willen, liever willen 3 στρατεύεσθαι στρατεύομαι optrekken, aan een veldtocht deelnemen πράγματα πρᾶγμα zaak, ding πράγματα problemen 4 χώρᾳ χώρα land, landstreek

1 2 Ξ Ε Ν Ο Φ Ω Ν Τ Ο Σ Α Θ Η Ν Α Ι Ο Υ πλείστους, ὡς πολεμήσων Τισσαφέρνει σὺν τοῖς φυγάσι τοῖς Μιλησίων. καὶ ἐποίουν οὕτως οὗτοι. Dit was het eerste caput van Boek 1. Aan de voltooiing wordt gewerkt. 11. 7. ὡς πολεμήσων: om oorlog te voeren ; een participium coniunctum in het futurum vormt een finale bepaling. Toevoeging van ὡς geeft aan dat het gaat om een bedoeling van het subject, waarbij overigens de vraag of die bedoeling oprecht of geveinsd is in het midden blijft. πολεμήσων Τισσαφέρνει σὺν τοῖς φυγάσι: in het Nederlands is oorlog voeren met dubbelzinnig; het kan namelijk zowel betekenen oorlog voeren tegen als oorlog voeren met medewerking van ; het Grieks maakt wel onderscheid, op de wijze als hier zichtbaar. 7 σὺν σύν met